Adrie van der Poel: 'Mathieu is technisch zó goed, maar toch lag Roubaix mij beter dan hem'

Bij zijn debuut in Parijs-Roubaix eindigde Van der Poel junior ondanks een pijnlijke rug en gebrekkige voorbereiding derde. Zondag zal hij met een betere rug en een minder gebrekkige voorbereiding wederom als een van de topfavorieten aan de start staan. Vader Adrie, die in 1986 derde werd in de keienklassieker, laat zijn licht schijnen op de kansen van zijn zoon.

"Als hij kalm blijft en de vorm van de dag is goed, dan gaat Mathieu er altijd bij zijn", vertelde hij in het magazine RIDE. "Het is technisch zó goed. Ik had dat ook wel, maar niet zoals Mathieu. Ik kon drie of vier meter pakken in een bocht, maar Mathieu pakt er soms wel zeven, acht of tien."

Lees ook: Mathieu van der Poel na vierde plek in Amstel Gold Race: 'Wist dat INEOS het gevaarlijkste zou worden, volgende week weer écht honderd procent'

"Je ziet ook dat hij zeker is", vervolgt Adrie zijn verhaal. "Hij gaat de bocht in met honderd procent vertrouwen. Toch lag Roubaix mij beter dan hem. De Ronde van Vlaanderen is meer op het lijf van Mathieu geschreven: korte, explosieve hellingen. Dat geldt ook voor de Amstel Gold Race. En ik durf daar zelfs Luik-Bastenaken-Luik bij te zetten."

"Misschien wint Mathieu ooit. Ik zou het hem enorm gunnen, maar hij kan niet de kers op mijn palmares zetten. Die is voor hemzelf. Ik heb Roubaix dan niet op mijn naam geschreven. Nooit die kei op de schoorsteenmantel kunnen zetten. Dan had ik maar harder moeten trappen."