Zilver WK in Leuven was een omslagpunt voor Dylan van Baarle: 'Heeft me gesterkt om meer in mezelf te gaan geloven, heel belangrijk moment'

En bondscoach Koos Moerenhout speelde daar een belangrijke rol in, vertelt de winnaar van Parijs-Roubaix, die ook nog ingaat op z'n sterke punten in de koers - hij gaat niet kapot - en dat hij het eigenlijk haat om over kasseien te rijden.

Achtergrond André van den Ende

In een eerste reactie na de koers kon Dylan van Baarle eigenlijk nauwelijks nog geloven dat hij met die kassei in z'n handen stond na het winnen van Parijs-Roubaix. Genieten, dat was het devies.

Lees ook: Dylan van Baarle na indrukwekkende solozege in Parijs-Roubaix: 'Alles valt op z'n plaats, ga er ervan genieten!'

Dat heeft hij gedaan, maar in de Vlaamse krant Het Nieuwsblad gaat hij ook wat dieper in op zij sterke rijden dit voorjaar - Van Baarle werd immers ook tweede in de Ronde van Vlaanderen. Een andere koers waarin hij tweede werd, het WK van afgelopen seizoen, speelt daar volgens de 29-jarige Zoetermeerder een belangrijke rol in.

"Die zilveren medaille heeft bij mij voor een klik gezorgd. Een heel belangrijk moment. Onze bondscoach Koos Moerenhout sprak me vooraf zoveel vertrouwen in en hoewel ik niet wist hoe goed ik zou zijn, bleef hij in me geloven. Dat heeft me gesterkt om ook meer in mezelf te gaan geloven en dit is nu een gevolg ervan."

Dat het juist in Parijs-Roubaix was dat hij tot volle wasdom kwam, is nog wel enigszins onverwacht, gezien een ontboezeming die hij deed. "Eigenlijk haat ik het zelfs om over kasseien te rijden. Maar als je het sneller doet dan de rest, is het wél leuk, natuurlijk."

Aan de andere kant is het ook weer niet zo vreemd dat hij in een koers als Roubaix boven komt drijven. Hij houdt van zwaar, zwaarder, zwaarst. En ook het koersverloop - en het koersverloop in veel andere wedstrijden de laatste tijd - is in het voordeel van zijn fysieke capaciteiten.

"Ik ben niet de man van de hoge piekwaardes, maar nu de koersen al vroeg hard gemaakt worden, speelt dat in mijn kaarten. Ik probeer zelf ook superhard te koersen om iedereen al op de knieën te krijgen voor de sleutelmomenten. Ik haal niet de hoogste piekwaardes, maar na een koers van 250 kilometer trap ik wel nog mijn beste wattages. Dat is mijn sterkte."

Bekijk het originele bericht