In 2020 kwamen de twee grote merken uit de USA met nieuwe generaties van de Supersix en de Tarmac. Hiermee werd de jacht op de ‘perfecte’ fiets geopend. De Cannondale Supersix was tot dan toe altijd de ultieme klimfiets geweest, met frames van schrikbarend lage gewichten. Tot teleurstelling van de groep wielrenners die zichzelf als weightweenie identificeren, werd gekozen voor een nieuwe weg. Voor aerodynamica werd meer carbon (en gewicht!?!) toegevoegd aan het voormalig paradepaardje van deze groep. De Tarmac was tot dan toe de ‘klimfiets’ van Specialized. Ook deze klimfiets onderging een metamorfose. Deze voormalig klimfiets werd gelanceerd met de quote: “one bike to rule them all”.
Wat maakt een fiets er een ‘to rule them all’
De grootste oorzaak van het ontstaan van de ‘perfecte’ fiets is de UCI-gewichtslimiet. Een fiets die gebruikt wordt in UCI-wedstrijden mag niet lichter zijn dan 6,8 kg. Hierdoor heeft het voor de merken geen zin lichtere fietsen te ontwikkelen. Als er niet op gekoerst kan worden krijgt een fiets veel minder aandacht. Over of de UCI hiermee een stok in het wiel van de innovatie steekt ga ik hier verder niet op in. Eerder waren er verhalen bekend over het verzwaren van fietsen van professionals met stukjes lood bij de trapas. Nu hebben de merken bedacht dat dit gewicht beter in aerodynamica gestoken kan worden. Dit is precies wat er gedaan is bij de boven en onder genoemde fietsen. Een kijkje nemen in het eigen archief van sprintfietsen en die buisvormen overhevelen naar de ‘klimfietsen’.
Innovatie wordt doorgegeven: de nieuwe Addict, Ultimate, Propel en Xelius
Wanneer er een nieuw idee is ontstaan over de perfecte racefiets, neemt iedereen dat snel over. Zo duurt het dan niet lang voordat elk merk zijn eigen 'to rule them all' fiets heeft. Zo kwamen merken als Giant, Scott, Canyon en Lapierre met nieuwe fietsen met een vergelijkbaar idee. Hiermee rijdt het grootste deel van het peloton nu rond op geoptimaliseerde klimfietsen, of soberdere versies van sprintbolides.
- Foto: Cor Vos