Een snelle blik op de profieltjes van de etappes van de Vuelta a España leert dat er zo'n zeven sprintkansen zijn. Uiteraard met de kanttekening dat in de nodige ritten Spaans vlakke stukken in de finale zitten. Wat betreft klimmers en klassementsmannen springt de Vuelta-organisatie een gat in de lucht, maar wat betreft sprinters is het karig. Van de absolute toppers doet geen enkele snelle man mee.
Wie zijn er wel bij? De op papier snelste renners zijn Alberto Dainese (Team dsm-firmenich) en Kaden Groves (Alpecin-Deceuninck). Allebei wonnen ze eerder dit seizoen al een rit in de Giro. Groves maakte bovendien dit voorjaar indruk met twee etappezeges in de Ronde van Catalonië en werd in de regenrit naar Barcelona eerder deze Vuelta al tweede.
Een andere gevestigde naam die start is Bryan Coquard, maar de Fransman heeft pas één zege in de WorldTour achter zijn naam staan. Eerder dit jaar won hij een rit in de Tour Down Under. Ongeveer van hetzelfde niveau: Juan Sebastián Molano. De Colombiaan won vorig jaar de slotrit in de Vuelta a España en heeft dit jaar al drie zeges op zijn naam staan.
Gelukszoekers
Dan starten er nog renners die geen pure sprinter zijn, maar het in een kleiner peloton wel kunnen afmaken, zoals Nederlander Marijn van den Berg, Ivan García Cortina en Milan Menten. Als het goed is verteren zij de Spaans vlakke stukken (lees: helemaal niet zo vlakke stukken..) makkelijker dan de pure sprinters en dat kan net het verschil maken op het einde.
Verder is er nog een aantal gelukszoekers die naar een mooie plaats in de top 10 kunnen rijden, zoals Edward Theuns (Lidl-Trek), Orluis Aular (Caja Rural-Seguros RGA), Samuel Watson, Lewis Askey (beiden Groupama-FDJ) en Hugo Hofstetter (Team Arkéa-Samsic).
- Photo: Ivan Benedetto//SCA/Cor Vos © 2023