Interview | Tim Heemskerk, trainer van Vingegaard: 'Het ontbrak me aan geduld met Jonas'

Tim Heemskerk is de trainer van Jonas Vingegaard. We spraken hem uitgebreid over de bijzondere atleet die de Deen is en zijn trainingsaanpak.

Vuelta Espana 2023 - Stage-20

Het was andermaal een enorm succesjaar voor Jonas Vingegaard. De Deen van Jumbo-Visma won de Tour met overmacht en was ook in de Vuelta ijzersterk - hij gunde z'n ploegmaat Sepp Kuss daar de eindzege. 

Dat Vingegaard zo sterk is, komt natuurlijk voor een deel door aangeboren talent, maar uiteraard spelen ook de trainingen een zeer belangrijke rol. De man die bij Vingegaard 'aan de knoppen draait' is Tim Heemskerk. Eerder dit jaar spraken we hem uitgebreid voor het magzine. Je leest dat interview hier nu (bijna) helemaal. 

Van iemand die de successen aaneenrijgt, zou je zeggen dat hij iedere nacht lekker slaapt. Er is immers op het eerste oog weinig om over te twijfelen of om je zorgen over te maken. Niets is minder waar. Ook trainer Tim Heemskerk ligt ’s nachts weleens te malen in bed als zijn brein overuren maakt over de te hanteren aanpak voor zijn renners.

“Neem de rustdag voor de tijdrit in de Tour de France. Op die dag wilden we een training inlassen voor Jonas, maar die training mocht niet te zwaar of te licht zijn. Daar ben ik dan drie dagen constant mee bezig in mijn hoofd. Dan lig ik ’s avonds op de bank en loop ik toch nog even naar mijn laptop en pas ik toch weer een en ander aan in TrainingPeaks."

"Het gaat op zulke momenten echt om de knikkers en ook ík moet dan mijn allerhoogste niveau halen als trainer. Jonas zal dat niet eens weten, maar ik ben vanaf vrijdagavond tot maandagochtend constant bezig geweest met de training van de dag voor de tijdrit.”

Het moge duidelijk zijn dat je een bevlogen trainer bent, maar wanneer is die passie ontstaan?

“Ik had vroeger zelf de ambitie om prof te worden, maar ik ervoer al snel een gebrek aan begeleiding bij wielerclubs. Ik ben het vak gaan leren om anderen te helpen. Toen ik voor de keuze stond om een vervolgopleiding te volgen, kon ik kiezen voor een economische richting, want daar was ik altijd goed in."

"Alleen heb ik een omslag gemaakt en koos ik voor Bewegingswetenschappen in Maastricht. Een studie waarvan men zei dat je zonder natuurkunde en biologie niet ver zou komen, maar uiteindelijk was het appeltje-eitje voor me. Door de wil om anderen te helpen ben ik makkelijk door de opleiding gerold en ben ik in die tijd al een aantal junioren gaan begeleiden.”

Hoe is die begeleiding bij wielerclubs tegenwoordig?

“Het is een heel andere tijd. Ik moest mijn informatie nog uit boeken halen, maar tegenwoordig is de toegang tot kennis veel groter. Veel jongeren weten door internet al veel over voeding, training en hoe je als prof moet leven. Wat ik soms mis, is diepgang.

"Ik had pas een vader aan de lijn die diepgaande vragen stelde, maar dat is uitzonderlijk. Vroeger ging je écht kijken bij een trainer en stelde je allerlei vragen, maar tegenwoordig kun je informatie makkelijker opzoeken en daardoor blijft het oppervlakkiger.”

Hoe zorgen jullie binnen Jumbo-Visma ervoor dat jullie qua trainingsleer voorop blijven lopen? 

“In bepaalde fases van het seizoen hebben we wekelijks overleg. Dan gaan we de discussie met elkaar aan en nodigen we externe experts uit om over hun vakgebied te praten. Dat was ook de reden dat ik van offroad naar een wegploeg wilde."

"Om onderdeel te zijn van een performanceteam en om van elkaar te kunnen leren. Om elkaars kritische noten aan te horen. Er zijn momenten rondom de Tour de France en andere grote koersen dat iedereen te druk is en de tijd voor het overleg er niet is, en dan mis ik het. Ik ben altijd blij als de fase weer aanbreekt dat we daarover discussiëren.”

Bij jullie Tourploeg was iedereen op de afspraak. Zijn er veel renners bij wie jullie nog niet helder hebben wat voor training bij hem past?

"Voor jonge renners is het vaak nog leren wat bij ze past, maar niet alleen qua training. Het is het hele beeld rondom een renner. Ooit zei een wijs coach tegen me: ‘Tim, de magie begint pas na drie jaar.’ Dat is waar ik in geloof. Je moet renners de kans geven om dingen uit te proberen. Het heeft tijd nodig om tot de juiste training te komen. Het kan zijn dat het sneller gaat dan drie jaar, maar met jongere renners denk je eerder aan de langere termijn.”

Wie train je allemaal?

“Jonas Vingegaard, Tobias Foss, Milan Vader, Tiesj Benoot, Thomas Gloag, Mick van Dijke en Gijs Leemreize. Daar zit veel verschil in, ja. Met jonge renners als Mick en Thomas is het nog zoeken, maar de meer ervaren jongens, zij die de Tour de France rijden, doen al zóveel goed. Tiesj is een superrenner om mee samen te werken. Die weet zo goed wat hij moet doen dat het voor mij eigenlijk heel makkelijk wordt. Daar willen we ook met de andere renners naartoe.”

Is het met Tiesj dan ook, om het oneerbiedig te zeggen, een muntje erin gooien en weten wat eruit komt?

“Dat niet. Het is dagelijks monitoren en trainingen plannen, maar hij is in de uitvoering van zijn trainingen en rust zó precies. Ik vind een voorbereiding van tien weken op de grote koersen een verademing. We kunnen op stage zó doelgericht werken. Zij weten precies wat voor voedingsplan ze moeten volgen om tien weken later twee kilogram lichter te zijn. Alleen blijft het iedere dag keihard werken voor een heel team.”

Ik las in Het Plan dat Vingegaard in het begin geen eigenaar was van zijn ontwikkeling, zoals jullie graag zien.

“Dat is ook logisch, want dat is bij veel jonge renners. Alles is groots als ze in een WorldTour-ploeg terechtkomen. Ik kan me voorstellen dat je denkt: al die mensen gaan me helpen beter worden. Alleen gaan wij niet alles voorschrijven, want wij verwachten dat je je eigen leerproces in handen neemt. Dat proces doorlopen valt ook bij de magie van die drie jaar, want leer eerst de gehele organisatie en alle specialisten eens kennen.”

Jullie hebben ervoor gekozen om Vingegaard soms tegen een muur aan te laten lopen, toch?

“Ja, en daar ben ik Merijn Zeeman zelf ook heel dankbaar voor, want ook voor mij is dat een groot leermoment geweest. Ik had zelf het gevoel dat ik me óók moest bewijzen, terwijl Merijn zoiets had van: we weten wat je kwaliteiten zijn. Het ontbrak me aan geduld met Jonas.

"Ik zag zijn fysieke mogelijkheden en wilde aan de slag. Als je dan ziet dat het een beetje dreigt te ontsporen doordat hij te weinig rust neemt, dan was ik het type dat hem probeerde af te remmen en de schade probeerde te herstellen. Alleen is het zoveel meer waard als een atleet zelf gaat inzien dat het anders moet.”

Heb je meer voorbeelden waarbij het mis dreigde te gaan voor Vingegaard?

“Bij jonge renners gaat het vaak om levensstijl. Vragen als: train je altijd op hetzelfde moment? Of ga je soms in de middag trainen? Stap je om twee uur ’s middags op de fiets als je een training van vijf uur voor de boeg hebt? Dat is niet ideaal natuurlijk."

"Vaak is de uitvoering van de training prima, maar gaat het om de vraag wat je rondom die trainingen doet. Jezelf leren verzorgen. Alles aan de kant van herstel loopt bij jongere renners vaak minder vlot. In het begin van zijn loopbaan dacht Jonas dat hij zich prima kon voorbereiden in Denemarken."

"Toen ik zag dat hij zo goed zou worden, en het om de kleinste details zou gaan, moest ik hem stimuleren om meer in het buitenland te gaan trainen. Hij woont nog steeds in Denemarken, maar hij heeft verschillende locaties waar hij gedurende het seizoen is."

"Hij is gaan inzien dat hij in een beter klimaat nog meer trainingsarbeid aankan en zich dus beter kan voorbereiden. Door middel van langere stages. Dat is wat hij onder meer moest ontdekken. Die trainingen in het buitenland hebben gezorgd voor de stap die hij dit jaar weer heeft gezet.”

Misschien een moeilijke vraag, maar wat maakt hem op fysiologisch vlak zo goed?

“De grootste kwaliteit is dat hij de vermogens die hij op training trapt ook aan het einde van een koers kan trappen. En zelfs in een koers van drie weken. De echte toppers onderscheiden zich van subtoppers doordat ze aan het einde van de koers hun waardes halen. Ze tonen bijna geen verval. Hij kan het daarbij ook op hoogte, of in warme omstandigheden. Al moet je daar natuurlijk keihard voor werken, want het is niet dat als hij naar zijn fiets kijkt dat hij meteen hard fietst.”

Als Pogačar en Vingegaard beiden twee weken hebben om zich voor te bereiden op pakweg Parijs-Nice: zou Vingegaard dan winnen?

“Haha, dat is een moeilijke vraag. Ik weet niet wat Pogačar doet natuurlijk. Ik weet wel van Jonas dat hij in twee weken héél snel vooruitgaat. Van alle renners waarmee ik ooit heb samengewerkt is Jonas degene die het snelst in vorm kan raken als hij de juiste prikkels krijgt.”

Hoe uniek is Vingegaard in het halen van zijn vermogens op hoogte?

“Het heeft allereerst met zijn voorbereiding te maken. Hij zit voor de Tour meer dan vijf weken op hoogte. En je lichaam past zich telkens aan. Je lichaam heeft namelijk een geheugen. Dus als je hoogtestages stapelt, dan pas je je weer sneller aan als je op hoogte bent."

"Jonas is iemand die zich snel aanpast als bepaalde vormen van uitdaging opspelen, zoals hoogte, hitte of ook ziekte. Na tien dagen geen training door Covid was Jonas in twee weken razendsnel vooruitgegaan. In deze fase van zijn loopbaan gaat Jonas gewoon sneller vooruit dan andere renners in de ploeg en in het peloton. De samenwerking met Jonas is heel fijn. We zijn een goede match, want we zijn beiden terughoudend. Een beetje introverter. Dankzij Jonas heb ik zelf ook veel bijgeleerd.”

Hoeveel hoger kan zijn niveau nog? Op een klimmetje van 15 minuten is 7 watt per kilogram bijna normaal aan het worden.

“Het kan altijd beter. Alleen de groeimarge wordt steeds minder groot op het hoogste niveau. Mentaal gaat dan ook het verschil maken. De ervaring van 2022 zorgde ervoor dat Jonas dit jaar wist wat zou komen aan aandacht. Zeker voor iemand die iets rustiger is, is het goed om te weten wat voor storm er op je afkomt.

"Dat maakte hem minder moe in 2023 en dat zorgde ervoor dat hij de Vuelta dit jaar kon rijden. Zeker na een tijdje rust thuis in Denemarken. Jonas komt mentaal tot rust met zijn familie. Hij is iemand die zijn telefoon in de hoek gooit en echt even van de radar verdwijnt. Dan is hij met andere dingen bezig, maar als we dan weer herstarten is hij in zijn uitvoering van trainingen en herstellen ook echt een kampioen.”

Hij is mede onder jouw begeleiding de beste klassementsrenner ter wereld geworden.

“Dat voelt heel onwerkelijk. Ik probeer ervoor te waken dat die successen met Jonas als normaal gaan voelen. Het blijft bizar hoe hoog het niveau is van jongens als Jonas, Primož en Wout, maar ook van Pogačar, Evenepoel en Van der Poel. In de Tour de France zag je dat Pogačar en Jonas meteen samen wegreden als één van de twee versnelde. Denk er eentje weg en je krijgt een saaie koers, maar als die toppers tegen elkaar rijden krijg je de mooiste koersen in jaren.”

Achtergrond
  • Photo: Luis Angel Gomez/SCA/Cor Vos © 2023