Wout van Aert: 'Frustratie stapelde zich vorig jaar zodanig op, dat ik nood had aan rust'

Wout van Aert heeft vorig seizoen onder de verwachtingen gepresteerd en slaagde er niet in om een grote koers te winnen. Al was hij er wel telkens heel dichtbij. Zilver op het WK, zilver op het EK, derde in San Remo, derde in Roubaix, vierde in de Ronde...

Die opeenstapeling van ereplaatsen leidde tot veel frustratie bij het Belgische fenomeen. In een openhartig interview met Humo vertelt Van Aert dat hij na afloop van het seizoen daarom nood had aan rust. "Meestal kan ik niet wachten om aan het nieuwe seizoen te beginnen. Nu wilde ik eerst even uitblazen", klinkt het.

Frustratie

"Ik heb vorig jaar te vaak naast een grote zege gegrepen, en dat leidde telkens tot frustratie. Omdat ik het hele seizoen nooit op mijn beste niveau raakte, stapelde die frustratie zich zodanig op dat ik toe was aan meer tijd voor mezelf. Nu is de frustratie is weg, de batterijen zijn opnieuw opgeladen."

"Voor mij was 2023 het eerste mindere seizoen. Voor een gemiddelde prof was het misschien supergoed, maar ik kan daar geen vrede mee nemen. Het maakt me hongerig: ik wil dat ongenoegen van vorig jaar terugdraaien en rechtzetten. Iedereen kent me als iemand die nooit opgeeft, maar het is bovenal mijn doel dat ze me kennen als een winnaar. Daar werk ik heel hard voor."

Kritiek

Niet enkel bij Van Aert zelf, maar ook bij de fans stapelde de frustratie zich op, omdat ze keer op keer hun grote held geklopt zagen worden door een nog sterkere renner. Dat vertaalde zich in felle kritiek, ook van grote coryfeeën zoals Tom Boonen en Rik Van Looy.

"Ik denk dat veel mensen samen met mij hopen dat ik mijn dromen kan waarmaken. Het is al een paar keer net niet gelukt: dat maakt van mij een underdog. Sommigen vinden dat mooi, en zijn daarom fan van mij. Anderen zijn teleurgesteld, en uiten kritiek."

"Als Tom Boonen of Rik Van Looy een interview hebben gegeven, dan hoef ik het niet te lezen om te weten wat erin staat. Niemand is immuun voor kritiek, ik ook niet."

"Rik en Tom stammen uit het oude wielrennen. Ik kan proberen om ze het hedendaagse wielrennen te doen begrijpen, maar dat zal niet meer lukken. Ik ben gelukkig met hoe ik mijn sport beoefen en ik ben trots op de dingen die ik met de ploeg verwezenlijkt heb. Dat is het belangrijkste."