Voedingsdeskundige Jeukendrup van Visma: 'Ploeg Pogacar zit niet in de buurt van ons'
Asker Jeukendrup is een autoriteit op het gebied van sportvoeding. Hij zet de lijnen uit bij Visma | LAB en legt uit wat het verschil is met UAE Team Emirates.
Je herinnert je waarschijnlijk nog wel de ineenstorting van Tadej Pogacar op de Col du Granon in de Tour van 2021. Murw gebeukt door het aanvalswerk van - toen nog - Jumbo-Visma op de Galibier kreeg hij een hongerklop. Dat had met het masterplan van de Nederlandse ploeg te maken, maar... wanneer heb je voor het laatst een renner van geelzwarte ploeg een hongerklop zien krijgen?
Asker Jeukendrup
Juist, dat gebeurt niet. En daar heeft de Nederlandse professor Asker Jeukendrup een belangrijk aandeel in. Hij is een autoriteit op het gebied van sportvoeding, werkte voor gerenommeerde Engelse universiteiten, zet de lijnen op het gebied van voeding uit bij NOC*NSF en is sinds 2017 de man die gaat over het veelgeprezen voedingsbeleid bij Visma | Lease a Bike (en naamvorganger Jumbo-Visma).
We schreven al eens een uitgebreider stuk over deze interessante man, die zelf ook Iron Man-triatlons afwerkte. Dat lees je hier, maar de NOS ging recent ook bij 'm langs om het geheim achter de voedingsstrategie van de Nederlandse wielerploeg te ontrafelen. Dat gaf hij uiteraard niet prijs, maar hij gaf wel een paar interessante inzichten.
Verder dan Pogacar
Hij legt uit dat volgens hem, hoewel andere ploegen nu ook veel meer met voeding bezig zijn, Visma | Lease a Bike nog steeds een enorme voorsprong heeft, die ook niet meer in te halen is door andere ploegen, denkt hij. Zo zijn er bij de Nederlandse ploeg maar liefst vijftien koks in dienst.
"Ik denk niet dat de ploeg van Pogacar in de buurt zit van ons systeem, om eerlijk te zijn. Heel veel ploegen zijn nog steeds op zoek naar dat laatste nieuwe wondermiddeltje. Of ze kopen een grote foodtruck en denken dat ze klaar zijn met de investering in voeding. Terwijl het vaak hele basale dingen zijn. Wat krijgen de renners wanneer binnen? Dat kan elke maaltijd weer goed of fout gaan."
Als voorbeeld noemt Jeukendrup de maximale koolhydraatopname per uur. In 2004 ontdekte Jeukendrup al dat die veel hoger is dan wat men altijd dacht. Door fructose en glucose te combineren in voeding werkt de opname ervan via twee systemen in de darmen. Daardoor kunnen renners nu tot wel 120 gram koolhydraten verwerken in plaats van 60 gram.
"In principe kun je daardoor dus bijna honderd procent meer koolhydraten het lichaam binnenkrijgen. Dat levert je nog geen gouden medailles op, met alleen het verbranden van koolhydraten, maar we hebben ook onderzocht dat het prestaties wel degelijk enorm verbetert. Tot wel zeventien procent."
- Cor Vos