Pogacars ploegmaat Politt loopt leeg in podcast: 'Bij ons in de bus hangt een lijst met renners die vrienden zijn en een zwarte lijst, daar wil je niet opstaan...'

Nils Politt was te gast in een Duitse podcast en hij onthult flink wat opvallende zaken, onder andere over de band tussen Pogacar en Vingegaard. 

Achtergrond André van den Ende

We kennen Nils Politt als de Duitser met het hagelwitte gebit die de afgelopen Tour de France uren lang op kop van het peloton reed op het vlakke om het peloton te controleren in dienst van UAE Team Emirates. Vaak nam de knecht van Tadej Pogacar ook nog een bergje mee. Hij was beresterk.

Politt over band tussen Vingegaard en Pogacar

Als hij z'n hagelwitte tanden van elkaar haalt, blijkt hij ook nog eens reuze-interessante dingen te vertellen. Hij was namelijk te gast in de Duitse podcast Schlag und Fertig en daarin praat hij maar liefst een uur en elf minuten zeer openhartig over de afgelopen Tour de France - als je Duits een beetje op orde en je hebt een dik uur over: luisteren en kijken maar (het is op YouTube); heb je minder tijd, wij geven hieronder een samenvatting met z'n meest saillante uitspraken.

Want saillant zijn sommige zaken wel die de 30-jarige Duitser vertelt aan zijn landgenoten. Over de band tussen Pogacar en diens grote concurrent Jonas Vingegaard bijvoorbeeld. Hij begint eerst over Remco Evenepoel.

"Tadej en Remco mogen elkaar, op de fiets, maar ook ernaast. Ze zijn vrienden en dat is bij Vingegaard niet zo. Tadej en Jonas respecteren elkaar, maar mogen elkaar niet per se. Zo heb je vrienden in het peloton en renners die je niet zo mag."

Pogi houdt Vingegaard ook altijd goed in de gaten in het peloton, verklapt Politt aan de hand van een anekdote over de Deen en de Sloveen. "Vingegaard wil echt een team om zich heen hebben. Als hij alleen zit, wordt hij supernerveus en zit hij constant naar links en rechts te kijken. Dan komt Tadej ook naar je toe: Zie je, zie je? Hij is nerveus hè!"

Zwarte lijst

Politt doet ook nog wat busgeheimen uit de doeken. Zo hangt daar een bijzonder document aan de muur. "In de bus bij ons hangt een lijst met renners die vrienden zijn en een zwarte lijst. Daar wil je niet opstaan", doet Politt uit de doeken.

De Duitser vertelt dat Pogacar één van hun vrienden de bergrit naar Isola 2000 wel hadden gegund - blijkbaar staat Mateo Jorgenson daar niet op... (Pogacar haalde de Amerikaan vlak voor de finish in en won).

"Die etappe hadden we heel extreem voorbereid. De ploeg wilde daar echt winnen, maar Tadej zei 's ochtends in de bus: 'We hebben er al vier gewonnen. Als we deze ook pakken, gaan ze boos worden op ons'. Ik zei nog tegen hem dat hij 'gewoon' moest winnen."

"Tadej twijfelde en dus stuurden we Marc Soler vooruit. Maar de ploeg van Evenepoel reed het dicht. Ik denk oprecht dat Tadej Remco wel had laten winnen als ze met z'n tweeën vooruit waren geweest, maar voor Vingegaard heb je geen genade."

Pogacars rare fratsen

Politt vertelt ook heerlijk over hoe het is om ploeggenoot van het Sloveense fenomeen te zijn. De ploeg maakt allerlei plannen, maar Pogacar kan het soms toch niet laten z'n instinct te volgen, toont de Duitser met meerdere anekdotes aan.

"Met Tadej kun je geen tactiek bedenken. Dan bedenk je iets, maar op de fiets wil hij toch dat je dan nóg sneller gaat. Maar dat kun je dan niet, haha'. 'Vier minuten, alles wat je hebt!', roept hij dan. Maar de anderen in je wiel moeten daarna nog door, hè. Ik heb hem gelukkig soms ook een beetje kunnen afremmen."

Zo vertelt Politt over een sprintetappe. "Tadej zag in het profiel van een sprintetappe dat het een beetje opliep en hij wilde gaan sprinten. Op vier kilometer van de finish zag ik hem al opschuiven, dus toen heb ik wel gezegd dat hij z'n benen stil moest houden. Hij wil altijd koersen. Dat is instinct. Ik zou wel voor één dag zijn benen willen hebben."

Geen grapjes maken met Tadej...

Dat hij die benen niet heeft, ondervond Politt toen hij Pogacar bij wijze van grap eens een beetje plaagde op trainingskamp in de winter.

"We hadden een mediadag en Tadej zei tegen de jongens dat hij moe was en dat hij wel een rustdagje wilde. Ik zei tegen hem dat wij voor 200 kilometer gingen trainen en dat alleen de besten dat konden. Nou, dat heb ik geweten. Hij ging mee en ik heb nog nooit zo snel gereden tijdens training. Ik was kapot, hij ging de hele dag vol gas. Kreeg ik daarna wel te horen waarom ik hem had uitgedaagd, haha."

Bekijk het originele bericht