Tom Dumoulin over zwakte Remco Evenepoel: 'Zijn bochtentechniek, in de Tour zag het er niet uit' 

Het WK tijdrijden is aanstaande. Zondag kan Remco Evenepoel zijn titel met een jaar verlengen in Zürich. Tom Dumoulin behaalde in 2017 zijn enige wereldtitel tijdrijden in het Noorse Bergen. De Nederlander is inmiddels toegetreden tot het analistenleger in het wielrennen en heeft natuurlijk als geen ander een kijk op het edele vak van tijdrijden.

Dumoulin steekt eerst de loftrompet

Voor Wielerflits nam Dumoulin de tijdrit van Evenepoel onder de loep. Uiteraard steekt hij eerst de loftrompet over de aerokogel van Schepdaal, die volgens Neerlands beste tijdrijder van de afgelopen decennia die bijnaam eer aan doet.

"Wat mij het meest opvalt is dat hij verschrikkelijk aerodynamisch is. Evenepoel is gemaakt om op een tijdritfiets te zitten. Hij kan zijn hoofd heel mooi tussen zijn schouders leggen. Hij is niet heel groot en dat combineert hij met een heel hoog vermogen."

"Dat is nog steeds veel minder hoog dan bijvoorbeeld Ganna. Dan nog kan Evenepoel twee minuten sneller zijn. Het gaat er niet om wie de hoogste watts wegtrapt, maar het draait om vermogen keer aerodynamica. Dat is het tijdritspel en daar is Evenepoel gewoon waanzinnig goed in."

Meer dan watts per kilogram

Dat tijdrijden veel meer is dan vermogen wegtrappen blijkt wel uit wat Dumoulin nog meer te zeggen heeft. Hij merkt op dat Evenepoel op de weg ook heel aero is. Maar bergop heeft hij daar weinig aan.

"Remco snijdt echt door de wind. Dat is ook de reden waarom hij bergop nog wat tekort komt. Bergop telt het stukje aerodynamica bijna niet meer. Het gaat dan om vermogen per kilogram lichaamsgewicht. En dan zie je ineens Jonas Vingegaard en Tadej Pogačar nog wel een klasse beter zijn dan Evenepoel."

Het zwakke punt van Evenepoel

Ook op de tijdrit van Evenepoel heeft Dumoulin nog wel wat aan te merken. Gevraagd naar een werkpunt, kont hij bij de stuurcapaciteiten van Evenepoel uit.

"Zijn bochtentechniek, daarin is hij nog een beetje wisselvallig. De ene keer denk ik: ‘zo, hij gaat best wel netjes door de bocht’. Maar hij heeft ook tijdritten gereden met schrik. Neem nu de eerste bochten in de eerste tijdrit van de Tour de France dit jaar. Dat zag er niet uit."