Vandaag precies drie jaar geleden boekte Lars Boom zijn grootste succes op de weg. De toen voor Belkin koersende Nederlander liet op de kasseien van Noord-Frankrijk knecht Jakob Fuglsang en geletruidrager Vincenzo Nibali achter zich. Achter deze drie was het slachtveld immens.
Terwijl Nederland nog in Oranjesferen verkeert, staat er in de Tour de France van drie jaar geleden een zware rit van Ieper naar Arenberg op het programma. Het peloton wordt over negen kasseienstroken geleid en bovendien heeft het de voorgaande 24 uur veel geregend waardoor het spekglad is. De kasseien liggen er dus allerminst optimaal bij. Ideaal weer voor een ex-veldrijder, zoals Lars Boom.
Dat Belkin de twee beste renners in de gelederen heeft die dag is vrijwel de gehele koers al duidelijk. De meest prangende vraag luidt dan ook: hoe gaat de ploeg dit uitspelen? Nog voor de finale is die vraag al beantwoord, want Sep Vanmarcke krijgt dusdanig vaak met pech af te rekenen, dat hij geen rol meer kan spelen in de slotfase. Boom is wel op kop verzeild geraakt. Niet met de minste namen, want ook Fabian Cancellara, Michal Kwiatkowski en Peter Sagan zitten vooraan.
Maar deze drie blijken niet de grootste concurrenten voor Boom in de strijd om de dagzege, want klassementsrenners Fuglsang en Nibali plegen een heuse coup door samen te demarreren. Boom is bij de pinken en rijdt er gezwind naartoe. Op de laatste kasseienstrook toont de wereldkampioen veldrijden van 2008 zich de betere van zijn metgezellen.
Wel doet Nibali een gouden zaak in het algemeen klassement. De heroïsche kasseienrit blijkt uiteindelijk de basis voor zijn eerste en enige Touroverwinning, mede doordat titelverdediger Chris Froome in dezelfde rit onderuit schuift en daarbij een breuk in zijn hand oploopt. Die andere grote concurrent, Alberto Contador, krijgt van de Italiaan ruim 2,5 minuut aan zijn broek en zou twee dagen later ook uitvallen.
Foto: Cor Vos