De eerste uren van het WK wielrennen staan traditioneel in het teken van een kopgroep vol exoten en dat was ook tijdens dit corona-WK, dat geheel op het circuit van plusminus 28 kilometer gereden werd, niet anders. Naast de WorldTour-renners Jonas Koch (Duitsland), Yukiya Arashiro (Japan) en Daniil Fominijch (Kazachstan) maakten ook de Mexicaan Ulises Alfredo Castilas, de Oostenrijker Marco Friedrich, de Roemeen Eduard-Michael Grosu en de Noor Torsten Traeen deel uit van de kopgroep.
In het peloton reden vooral de Zwitsers, in dienst van Marc Hirschi, en de Denen, in dienst van Jakob Fuglsang op kop. Het verschil bleef lange tijd zo'n vijf a zes minuten. Pas toen er nog honderd kilometer te gaan was, liep het verschil snel terug. Met nog zeventig kilometer te gaan versnelden de Fransen een keer op één van de twee klimmetjes en dook het verschil met de kopgroep (alleen Koch en Traeen reden nog vooruit) onder de minuut. Op de top waren ze zelfs al ingelopen. De finale kon langzaamaan beginnen!
Toch duurde het nog even voor de eerste echte aanval volgde. Dat was er wel meteen eentje van iemand met een grote naam: op iets meer dan veertig kilometer van de meet was het Tourwinnaar Tadej Pogacar die het probeerde. Op het steilste stuk van de laatste klim van het rondje ging hij solo. De Belgen voerder achter eenling Pogacar het commando in de groep (met daarin namens Nederland alleen nog Dumoulin en Van Baarle). Met nog één ronde te gaan had Pogacar een voorsprong van 26 seconden.
Op de eerste klim in de slotronde sprong plots Tom Dumoulin weg. Binnen mum van tijd had hij het gat op het peloton gedicht, maar ook de groep der favorieten zat snel weer bij de twee. Er volgde een spervuur van demarrages, maar alles klwam weer bij elkaar voor de laatste klim.
Op die laatste klim probeerden Hirschi en Kwiatkowski het, maar zij kwamen niet weg bij Van Aert (terwijl Dumoulin in zijn eigen tempo dichtbij bleef). Julian Alaphilippe lukte dat wel. Vlakbij de top plaatste hij een verschroeiende demarrage. De Fransman pakte 10 seconden op een groepje met louter kleppers: Van Aert, Roglic, Hirschi, Fuglsang en Kwiatkowski. Dumoulin had die slag nét gemist.
Omdat de vijf erachter toch een beetje op reserve reden - en Roglic er niet voor koos om z'n eigen kansen op te offeren voor Jumbo-ploeggenoot Van Aert - bleef het verschil steeds iets meer dan 10 seconden. Alaphilippe kon derhalve zijn feestje voor de meet al vieren. Wout van Aert won het sprintje voor plek twee met twee vingers in de neus. Dumoulin eindigde in het groepje achter Alaphilippe en de vijf als veertiende.
Top 10 van de dag
#Imola2020 - Top 10 pic.twitter.com/g85ttb1qWD
— La Flamme Rouge (@laflammerouge16) September 27, 2020
- Cor Vos