Interview | Bauke Mollema: 'Ga het zeker nog proberen, maar niet naar Montalcino'

• Bauke Mollema

In zowel de negende als de zesde rit zat Mollema mee in de juiste groep. In etappe negen werden de vluchters overspoeld door de favorieten (Mollema zat toen al niet meer bij de voorsten) en in etappe zes wist alleen de Zwitser Gino Mäder stand te houden op de vijftien kilometer lange slotklim naar San Giacomo.

Mäder hield 12 seconden over, nadat de voorsprong op een gegeven moment meer dan twee minuten was. "Dat was wel een moment dat ik er weer in geloofde", vertelt Mollema aan Wieler Revue. "Eerder zeker niet want het duurde bijna dertig kilometer jagen voor ik samen met Bouchard bij de andere zes koplopers kwam. De benen waren toen al niet meer al te goed, want de achtervolging had veel krachten gekost. Toen we nog met vier waren en Mohorič veel kopwerk ging doen, wist ik wel dat ik bij de beste drie zat en dacht ik in ieder geval aan een podiumplek. Die Mäder zag er al de hele dag goed uit, dus ik voelde wel dat hij de sterkste was en dat bleek dan ook."

'Nibali nog niet afgeschreven'

"Er komen nog veel mooie etappes aan en ik zal het zeker nog proberen. Na het afgelopen, zware, weekend komen er nog meer kansen. In de slotweek zal dat moeilijker zijn want dan gaat het ook om de eindoverwinning. De komende tien dagen ga ik zeker weer in de aanval. Aan de etappe naar Montalcino (over Strade Bianche, red.) denk ik dan niet echt. Het zou wel heel leuk zijn, maar het peloton zal daar wel te nerveus zijn om de vluchters veel kansen te geven op de dagzege."

Over zijn ploeg en de kopmannen zegt Mollema het volgende: "Vincenzo Nibali is bij ons nog niet afgeschreven hoor. We wisten dat hij er na zijn polsbreuk even in moest komen en hij is normaal ook op zijn beste in de derde week dus als hij nog een weekje de schade kan beperken dan kunnen we er zeker nog vertrouwen in hebben. Op het moment is Ciccone natuurlijk wel heel erg goed, hij hoort bij de vijf sterksten bergop."

Tijdens de etappes geniet de Groninger eigenlijk te weinig van het mooie Italië. "Natuurlijk zie ik wel mooie landschappen, de fraaie panorama’s af en toe en de mooie dorpjes, waar ik veel meer van zou kunnen genieten als ik niet met de wedstrijd bezig was. Je ziet het wel, maar het gaat vooral langs je heen omdat je met de koers bezig bent. Ja, ik weet wel dat ik in de Abruzzen was, maar ken geen details over de streek. Ik kijk meer naar de etappe, of het er een is voor de klassementsrenners is of dat er kansen liggen voor een ontsnapping waar ik wat kan proberen."