Voorafgaand aan de Ronde van Zwitserland ging Van der Poel op hoogtestage in La Plagne. "Dat was heel erg leuk, beter dan vorig jaar", vertelt hij aan de NOS. "Ik had m'n mountainbike mee, dus ik kon een beetje afwisselen. Dat is me wel beter bevallen dan vorig jaar. Ik heb de helft van de tijd op de mountainbike gezeten."
"Vooral in de eerste van de twee wereldbekerwedstrijden die ik reed had ik er last van. In de tweede ging het al een stuk beter", vertelt Van der Poel, wanneer het over zijn rugproblemen gaat. "Het is altijd een werkpuntje geweest bij mij, maar het gaat wel de goede kant op. Het is gewoon een beetje wennen aan de fiets."
"Ik heb het helemaal anders aangepakt dan vorig jaar", legt hij verder uit. Vorig jaar, tijdens de coronapauze, sloeg Van der Poel flink aan het trainen. Het zorgde ervoor dat hij in augustus met een vermoeid gevoel aan de start van de eerste koersen stond. "Ik was vaak een van de eerste gelosten dit jaar, terwijl dat vorig jaar niet het geval was. Ook ik leer van m'n fouten en weet nu wel een beetje hoe ik een hoogtestage moet aanpakken. Ik heb wel gemerkt dat ik rustig aan moet doen op hoogte."
Van der Poel rijdt nu dus de Ronde van Zwitserland en wil nog niet te ver vooruitkijken. Hij rijdt hierna het NK en de Tour de France, waar hij ook een ritje wil winnen. "Ik betrap me er wel op dat ik af en toe wel met de Spelen bezig ben, maar niet zozeer met de Tour. Ik heb lang gewerkt aan mijn deelname aan de Spelen. Door corona is dat toch een beetje in de war gelopen. Hopelijk gaat het dit jaar door en heb ik mijn topvorm daar te pakken. Na de Ronde van Zwitserland ga ik weer mountainbiken en duik ik het bos weer in", sluit hij af.
- Cor Vos