2021 was met een Olympische titel op de MTB, een overwinning in de Brabantse Pijl en enkele goede klasseringen in topwedstrijden (tweede in de Amstel, vijfde in de Strade, zesde op het WK) het doorbraakseizoen voor de jonge Brit.
In de winter van dat seizoen brak hij al door als crosser en kon hij af en toe Mathieu van der Poel en Wout van Aert het vuur na aan de schenen leggen. In Gavere won hij zelfs na een schitterende cross. Op Cyclingnews blikt de 22-jarige renner van INEOS vooruit op het komende seizoen op de crosser.
Daarbij komt hij allereerst terug op die prachtige zege in Gavere. Hij kon het amper geloven dat hij Mathieu van der Poel had verslagen. "Ik ging ervan uit dat hij lek had gereden, want hij maakte de nodige fouten. Toen bleek dat ik hem toch echt op eigen kracht eraf had gereden. Mathieu was uiteraard niet blij om van mij te verliezen, maar hij feliciteerde me meteen na afloop. Het was mijn eerste échte zege, de eerste die ertoe deed."
En dat terwijl de cross aanvankelijk een totaal onbekende wereld was voor Pidcock. Hij werd verliefd op de discipline op het WK van 2016 in Zolder. "Toen kende ik alleen Sven Nys en had ik geen idee wie Mathieu van der Poel en Wout van Aert waren. Wout werd kampioen. Er 100.000 bezoekers en het was zo luidruchtig bij de finish. Het was gestoord hoe de Belgen reageerden op de winst van een Belg."
Met Van der Poel en Van Aert zijn de twee grootste concurrenten van Pidcock genoemd. Hij kent ze inmiddels wat beter. "Ik heb een aantal keren Fortnite met Mathieu gespeeld en praat soms met hem over auto's, terwijl ik met Wout vooral zie na de podiumceremonies."
Op de fiets ziet hij in de cross een verschil tussen de twee, maar zijn er toch ook vooral overeenkomsten, ook met hemzelf. "Mathieu is alleen blij als hij wint, terwijl Wout meer zijn dagen kiest. Soms gaat hij vol en dan wint hij, behalve op het WK van dit jaar. Ze zijn sterk en explosief. Wout klimt beter, maar ze kunnen allebei sprints en klassiekers winnen. Ik ook, al ben ik toch een iets mindere sprinter. Goed klimmen en sprinten komt door de cross."
Daarmee is het belang van de crossen meteen aangestipt. Pidcock verduidelijkt dat nog eens. "In de cross ga je vanaf de start voluit; als je een slechte dag hebt, heb je geen tijd om je goede benen te vinden. Er is geen enkele manier om de cross te simuleren in een training. Je komt gewoon niet in de buurt."
Behalve een goede training vind Pidcock het ook gewoon heel mooi - en heeft hij dus één grote droom. "Als het dan goed gaat en je doet de rondes of secties perfect, is dat een intense ervaring. Je voelt de pijn dan niet. Hoe sneller je gaat, hoe meer adrenaline je voelt. Ik moet wereldkampioen worden, niets meer en niets minder."
- Cor Vos