Interview | Christoph Roodhooft: 'Mathieu heeft topvorm nooit aangetikt, Philipsen kan ook ver geraken in monumenten'

Christoph Roodhooft beleefde met zijn (samen met broer Philip) Alpecin-Deceuninck een enigszins ambivalente Tour de France. In onze Vuelta-special/Tourterugblik (die kun je hier kopen) komt hij in een uitgebreid interview uiteraard te spreken over Mathieu van der Poel, maar komen ook Jasper Philipsen en de verwachtingen rond de ploeg aan bod. Hieronder lees je enkele passages uit het interview.

Van der Poel

"Mentaal heeft de eerste week Van der Poel veel van hem gevraagd, vertelt Roodhooft. Dat had ook zijn weerslag op de rest van de ploeg. “Hij was natuurlijk niet blij, nee. Op het moment dat je het niet erg vindt als sportman, zit er iets fout. Hij was een stuk minder opgewekt. Het is logisch dat ook de ploeg dan enigszins onthoofd is. Het is niet evident om de juiste focus weer te vinden, maar daarvoor zijn wij er als team."

"Het is wat het is en Mathieu zal hier ook wel overheen komen. Hij heeft even gerust en is nu weer aan opbouwen. Misschien kan hij dan nog iets moois van zijn wegseizoen maken. Dat zal belangrijk zijn voor iedereen, zeker ook voor hemzelf. Maar het was eerst even zaak dat hij tot rust kwam.”

Topvorm

“Het is lastig te zeggen of Mathieu dit jaar het niveau van Strade Bianche 2021 al heeft aangetikt. Er bestaat een werkelijkheid op papier en in de realiteit. Qua gevoel heeft hij zijn topvorm niet gehaald dit jaar, maar op papier wel. Als je met Pogačar naar de streep rijdt in de Ronde van Vlaanderen:hoe goed of slecht ben je dan?"

"Als je dat ziet kun je moeilijk zeggen dat hij niet goed is geweest dit seizoen. Zijn basis was ook best oké, hoor. Dat was niet het grote vraagteken toen hij naar Milaan-Sanremo trok voor zijn eerste koers van het jaar. Dat was meer zijn topconditie, want die was voor die race absoluut nog niet top. Daar bolde hij wel op twee meter van de winnaar over de streep. Daarom hebben we ook niet gezegd dat hij niet zou moeten starten in de Tour, want met Mathieu weet je het nooit."

Jasper Philipsen

"Hij is een gedreven persoon die zich goed kan focussen op zijn doelen. Hij heeft vorig jaar in onder meer Frankfurt en Denain aangetoond meer te zijn dan alleen een sprinter. Het is ons doel om een nog completere renner van hem te maken, want we focussen ons niet enkel op de sprint. In de rit naar Carcassonne zie je dat hij relatief eenvoudig het laatste klimmetje overleeft."

"In de monumenten is het er misschien nog niet uitgekomen, maar dat is ook gewoon vanwege zijn leeftijd. We zijn ervan overtuigd dat dat vanzelf gaat komen. De komende jaren zullen de monumenten zeker op zijn programma staan en wij zijn ervan overtuigd dat hij ook daarin ver kan geraken."

Hoge verwachtingen

Met Kragh Andersen en Kaden Groves wordt Alpecin-Deceuninck er volgend seizoen wederom sterker op, maar op papier kan het niet wedijveren met het klassiekerteam van Team Jumbo-Visma, dat verder wordt uitgebreid met Dylan van Baarle.

"Of wij kijken naar renners als Van Baarle of Stefan Küng (die niet tevreden was bij Groupama-FDJ, red.)? Wij hebben met Philipsen al een schaduwkopman. Die namen die je noemt zijn kopmannen, hè. Het klopt dat Jumbo-Visma een sterrenploeg maakt, maar wij kijken vooral naar onszelf."

"We hebben negen ritten gewonnen in grote rondes waarvan er twee van Mathieu zijn. Dan kunnen we toch moeilijk zeggen dat onze renners niet sterk genoeg zijn?"

"Je hoorde dat we ons ongerust moesten maken toen we na twee weken nog geen rit hadden gewonnen in een Tourwaarin we redelijk veel pech hebben gehad… De verhoudingen moeten op de juiste manier bekeken worden. Als je ziet wie ritten hebben gewonnen…"

"Dan zijn Simon Clarke en Hugo Houle verrassingen, maar de rest zou op z’n minst een favoriet zijn op een WK op hun terrein. Dat zijn allen wereldcoureurs. Natuurlijk zijn die verwachtingen zo gegroeid omdat Mathieu zo goed is geworden, maar we vinden het een wat negatieve benadering om telkens te denken in grote en kleine ploegen. Als we onverhoopt geen rit hadden gewonnen, was onze Tour niet per se mislukt geweest."