Sinds de jaren Armstrong is het in het profpeloton in zwang geraakt om met een heel klein koffiemolentje te rijden. Een (relatief) lichter verzet en malen maar in een enorm hoge cadans. Een hamster in een looprad is er soms niks bij. Sommige renners rijden wel met een cadans van 100.
En wat de profs doen, dat gaan wij goedwillende amateurs ook nadoen. Bij jou in je fietsgroepje rijdt ook vast iemand rond zich helemaal ongans pedaleert - of wellicht ben je het zelf... Dat is goed voor de knieën, maar als je zo hard mogelijk wil, kun je toch maar even beter een tandje bijschakelen, zo blijkt uit onderzoen.
Bicycling tekent dat op uit een onderzoek van International Journal of Sports Medicine. "Trappen met een cadans van meer dan 90 omwentelingen per minuut is voordelig voor professionele wielrenners, maar lijkt inefficiënt voor recreatieve fietsers", schrijft hoofdauteur Federico Formenti.
Hij komt tot die conclusie na langdurig onderzoek met negen vrijwilligers, mannen en vrouwen tussen de 21 en 55 jaar, die ze zo hard lieten trappen dat ze in ademschuld kwamen. Dit moesten ze steeds doen aan een verschillende cadans, variërend van 40 tot 90.
Zelfde intensiteit, meer energie verbruiken
Het bleek dat naarmate de cadans toenam de hartslag steeds relatief meer toenam. En dat betekent weer dat dezelfde intensiteit van fietsen bij een hoge cadans meer energie vereiste, waardoor het minder efficiënt wordt.
Bij het fietsen met eenzelfde intensiteit, maar met een hogere cadans zagen de onderzoekers dat de hartslag met 15 procent toenam. Hun efficiëntie was afgenomen; ze konden minder/niet meer aan hun zuurstofbehoefte voldoen.
Voor mensen die wel graag (hard) met een hoge cadans willen blijven fietsen, zit er maar één ding op: harder trainen. Maar misschien wel verrassende spieren trainen, zegt Formenti. Want hij vermoedt dat mensen die een hoge trapfrequentie aanhouden veel energie verspillen omdat ze de houding 'niet aankunnen' op de fiets.
"Als iemand niet getraind is als fietser en heel snel probeert rond te draaien, kan er samentrekking optreden van de stabiliserende rompspieren om het 'wiebelen' te beperken."
- photo Dion Kerckhoffs/Cor Vos © 2021