Groot Interview met Eurosport-commentatoren | Kroon: 'Jeroen is de Chris Froome, ik ben meer de Van der Poel'

Ook in 2024 zullen de stemmen van Jeroen Vanbelleghem en Karsten Kroon weer de woonkamers van vele wielerfans bereiken. Met hun unieke commentaarstijl geven ze extra vrolijkheid aan de koers. Wieler Revue reisde voor de eerste grote ronde van 2023, de Giro, naar Hilversum voor een interview met dé stemmen van Eurosport. Een gesprek over het vak, uiteraard met de nodige zijpaadjes.

Het interview loopt tegen het einde als Karsten Kroon zijn mobiele telefoon erbij pakt. Hij wil een foto laten zien die hij een dag eerder heeft genomen. In de hoek van zijn schuur zit op een houten balk een uil. Een uil die hij al jarenlang hoorde en soms in een flits aan zich voorbij zag gaan, maar die hij nog nooit zó goed op de foto heeft gezet.

Het is een zijstap die hij soms ook live in de uitzending neemt en waarmee hij tegenstanders maar vooral fans heeft gemaakt. Samen met collega Jeroen Vanbelleghem is de ex-renner van onder meer Rabobank, Team CSC en BMC niet meer weg te denken als het geluid tijdens de koers op Eurosport. Wieler Revue ging op bezoek bij de zender op het moment dat ze warmdraaiden voor de eerste grote ronde van het jaar.

Laten we beginnen bij het begin: hoe zijn jullie terechtgekomen bij Eurosport?

Vanbelleghem: “In 2011 via Danny Nelissen, die toen manager was. Ik had op dat moment veel contact met hem op Twitter en ze zochten bij Eurosport nieuwe stemmen. Op dat moment hadden we weinig tv-rechten, want pas de laatste tijd zijn we enorm gegroeid."

"Ik ben met een maat een weekend naar Amsterdam gegaan en tussendoor heb ik testen gedaan. Dat was geen wielrennen, maar atletiek. Dat ging niet heel goed, haha. Maar Danny vond dat ik een goede commentaarstem heb en dus mocht ik nog eens terugkeren om nieuws te lezen. Dat ging me wel goed af en vervolgens mocht ik blijven.”

Kroon: “Ik was helemaal niet bezig met wat ik na mijn loopbaan wilde. Ik leef in het moment en moet me dwingen om te bedenken wat ik over een uur ga doen. Laat staan dat ik aan een carrièreplanning doe. In mijn laatste jaar als prof kwam José Been naar me toe en die vroeg of ik het zag zitten om co-commentator te worden. Ik dacht: waarom niet? Ik had toch niets beters te doen. Ik kreeg de tijd om te kijken of het iets voor me zou zijn. Nou, inmiddels ben ik al acht jaar commentator.”

Sinds 2018 doen jullie de gehele Giro d’Italia samen, later ook de Vuelta. Hoe anders is het om met Karsten samen te werken vergeleken met iemand als Bobbie Traksel?

Vanbelleghem: “Totaal verschillend. Ze hebben beiden hun kwaliteiten. Karsten is een verhalend type, zorgt voor meer entertaintainment Bobbie weet veel over de inhoud. Over de regels, over de UCI. Hij praat met mensen uit de koers en geeft daar inzichten over.”

Karsten is ook iets meer van de hak-op-de-tak.

Kroon: “Nogal ja. En dan doe ik serieus mijn best om een beetje lijn erin te houden…”

Is er weleens tegen je gezegd dat het een onsje minder mag?

Kroon: “Heel vaak zelfs. Ik ben me ervan bewust. Als ik een Golden Retriever zie, begin ik daar over. Dat is óók de ADHD die ik heb. Loopt er nu een hond langs, dan ben jij voor mij verdwenen. Zo werkt mijn hoofd en dat weet ik van mezelf. Ik heb vaak gedacht: hoe lang word ik nog gedoogd? Ik kan me voorstellen dat mensen me vervelend vinden. Kijkers hebben aan mij moeten wennen, denk ik.”

Is er een kantelpunt geweest?

Vanbelleghem: “Niet per se. Mocht Karsten zich alleen op randzaken focussen, zou het niet goed gaan. Maar het is een van de onderwerpen die we behandelen. We hebben het uiteindelijk vooral over de koers, maar in een uitzending van vijf of zes uur is het juist interessant om af en toe een zijsprong te maken. Het is óók entertainment. Dat luchtige is juist wat de mensen aanspreekt.”

Kroon: “Vergis je niet: het is soms best ingewikkeld. Er zijn mensen die de hele dag kijken, maar ook mensen die pas laat inschakelen. Tijdens een integrale uitzending van Milaan-Sanremo ben je al zesenhalf uur aan het praten en moet je ineens scherp zijn en commentaar geven alsof de uitzending net begonnen is.”

Vanbelleghem: “Dat is in de Giro d’Italia niet anders. Dan moet je plots scherp zijn als er iets gebeurt.”

Kroon: “En ik ben niet gek, hé. Ik snap heus dat ik niet in de laatste vijf kilometer een verhaal moet beginnen over een Golden Retriever.”

Je hebt weleens gezegd: ‘Ik snap dat mensen me haten.’ Dat klinkt best heftig.

Kroon: “Ja, maar je krijgt soms ook gewoon akelige reacties. En soms zeg ik zelf óók dingen uit verveling waarvan ik even later denk: wat zeg je nou allemaal?”

Lees verder over Kroon als Van der Poel en Vanbelleghem als Froome en mentoren Michel Wuyts en Marts Smeets door op volgende te klikken

Een commentator is net een bondscoach. Iedereen heeft een mening over je.

Vanbelleghem: “Ja. Net nadat ik was begonnen, werd Twitter groter. Zeker toen ook Eurosport groter werd en de exclusieve rechten voor de Giro d’Italia bemachtigde, kreeg ik veel reacties. Veel mensen vonden het erg dat Sporza het niet meer deed of dat er reclame tijdens de koers werd uitgezonden. Niemand vindt het leuk als er negatief over hem of haar gepraat wordt, maar nu kunnen we daar makkelijker mee omgaan.”

Het is ook een kwestie van gewenning zoals Karsten net zei. Heb jij moeten wennen aan Karsten?

Vanbelleghem: “Ja, natuurlijk. En nog altijd, haha.”

In het begin wisten jullie minder goed hoe om te gaan bij miscommunicatie.

Vanbelleghem: “Ja, dat kan, maar dat komt ook doordat wij totaal verschillende personen zijn. Ik ben gestructureerd, Karsten niet. Daarom klikt het ook zo goed. We zijn complementair aan elkaar.”

Kroon: “Jeroen is een beetje de Chris Froome. Van de cijfertjes, alles heel correct geregeld. Ik ben meer de speelvogel. Een beetje een Mathieu van der Poel.”

Vanbelleghem: “Ik ben losser geworden door Karsten, maar met twee Karsten Kroons kun je geen uitzending maken.”

Kroon: “Nee, zeker niet. Ik vind het fijn dat Jeroen de regie heeft en ik mijn eigen invulling kan geven. Dan komt het weleens voor dat ik voor mijn gevoel een hele goede grap maak en Jeroen vervolgens zegt: ‘Er is nog 23 kilometer te gaan.’ Dan denk ik: gozer, ik maak net een hele goede grap.”

Vanbelleghem: “Al heeft dat niet per se met regie houden te maken. Dat is omdat ik de grap niet begrepen heb of omdat ik het écht niet grappig vind, haha. Of dan vraag ik iets aan Karsten en reageert hij niet. Dan zijn er twee opties: hij heeft het niet gehoord omdat hij is afgeleid of hij heeft zichzelf per ongeluk op mute gezet. Eerst dacht ik: verdomme Karsten, dit is niet goed voor de uitzending. Nu zie ik het grappige voor het publiek juist ervan in.”

Krijgen jullie veel reacties vanuit het peloton?

Vanbelleghem: “Ik ken niet veel coureurs persoonlijk.”

Kroon: “Ik zag pas een statistiek dat ik met 79 procent van het huidige WorldTour-peloton niet meer gekoerst hebt. Toen ik net gestopt was, kende ik iedereen. Ik kan daardoor vooral iets minder verhalen vertellen.”

Vanbelleghem: “Maar sowieso kon je niet alle verhalen vertellen. Ook niet over de renners die je kende.”

Kroon: “Dat is weleens gek, ja. Ik heb er ook de nodige discussies over gevoerd bij Eurosport. Als mij bepaalde dingen in vertrouwen worden verteld, ga ik dat niet vertellen. Jeroen heeft weleens in een koers gezegd: ‘Kan Dumoulin vandaag voor de winst meedoen?’ Terwijl ik dan al wist dat hij zou afstappen. Hoe geef je dan commentaar? Door het onderwerp te vermijden. Door over een hond te beginnen, haha.”

Je hebt weleens gezegd dat je in je begintijd als commentator een dag voor een uitzending uitging. Ben je het vak serieuzer gaan nemen?

Kroon: “Ja. Ik let beter op mezelf. Ik wil niet zeggen dat het topsport is, maar een grote ronde van commentaar voorzien is best pittig. Je moet op jezelf passen. Ik sport, eet goed, ga op tijd naar bed, drink niet te veel. Daarin ben ik veranderd. Anders schop je jezelf in je eigen ballen, want met een katertje commentaar geven is loodzwaar.”

Vanbelleghem: “We hebben beiden ook nog een klein kind. Ik probeer gestructureerd te leven. Daar ben ik goed in, maar ik pak een hotel tijdens de Giro d’Italia. Je moet je afschermen om écht goed commentaar te leveren.” Kroon: “Dat ga ik deze keer ook een week doen, denk ik. Mijn jongste is geboren in 2020 en dat jaar begon de Giro later door de coronacrisis. De meeste uitzendingen deden we vanuit de studio en dan ook nog vanaf de start. Ik zat in totaal vijf uur in de auto en sliep ’s nachts amper. Dat trok ik gewoon niet. Ik kreeg echt weerzin tegen het geven van commentaar.”

In hoeverre volgen jullie andere media tijdens de Giro?

Kroon: “Ik niet. Als ik vijf uur in een hok naar de koers zit te turen, wil ik niet nóg drie uur voor een scherm zitten en twee podcasts luisteren. Dat is Jeroen zijn werk.”

Vanbelleghem: “Ik werk dan iedere dag tot negen uur ‘s avonds. Dat is soms mijn probleem. Ik wil te veel. Alles lezen, alles luisteren. Maar die informatiestroom is eindeloos tegenwoordig.”

Er zullen genoeg media aanwezig zijn in Italië met Remco Evenepoel als een van de topfavorieten. Dat Belgen té chauvinistisch zijn is een verwijt dat vaak gemaakt wordt door Nederlanders. Hoe waken jullie ervoor?

Vanbelleghem: “Ik hoor van mensen dat ik veranderd ben en me minder focus op alleen Belgen. Dat is logisch, want ik werk voor de Belgische en Nederlandse markt. Veel Nederlanders kijken naar Sporza, maar daar richten ze zich enkel op de Belgische markt. Dat ze Evenepoel supporteren, kun je hen niet verwijten.”

Kroon: “Ik vind het een merkwaardig verwijt, want het wordt toch helemaal niet verwacht van een commentator om neutraal te zijn?”

Vanbelleghem: “Nee. Je mag alleen je analyse niet verliezen. Je mag voor Evenepoel zijn, maar als hij een fout maakt, moet je dat benoemen. Voor mij is het geen item meer. Ik krijg nooit meer te horen dat ik té veel bezig ben met Evenepoel. Andersom wel. Dat Belgen vinden dat ik het juist te weinig over Evenepoel heb. Dan denk ik: ik ben goed bezig, haha.”

Je hebt weleens gezegd dat je goed contact hebt met Michel Wuyts. Wat voor lessen heeft hij jou meegegeven?

Vanbelleghem: “Dat zijn vooral technische tips, want inhoudelijk heb ik inmiddels genoeg koers gezien om mijn eigen plan te kunnentrekken. Hij heeft zoveel ervaring. Hij zegt dingen als: ‘Jeroen, je moet af en toe herhalen wat er is gebeurd in koers, want sommigen schakelen pas later in.’ Of hij vertelt op welke momenten ik een stilte moet laten vallen. Voor mij zijn die technische tips heel belangrijk.”

Heb jij ook een mentor bij wie je soms te rade gaat, Karsten?

Kroon: “Ik heb vooral zelf veel koers gekeken en daarvan geleerd, maar af en toe heb ik contact met Mart Smeets. Al moet ik snel weer eens afspreken met Mart. Ja, Mart is best een ingewikkelde kerel bij wie je scherp moet zijn, maar als renner was ik al goed met hem."

"Toen hij met pensioen ging, gaf hij een interview waarin hij de vijf interessantste personen noemde die hij had geïnterviewd in zijn loop-baan. Daarin stonden onder anderen Lance Armstrong en Michael Jordan, maar ik stond op één. Ik heb nooit gevraagd waarom, maar dat moet ik eens doen.”

Vanbelleghem: “Ik heb ook weleens een halfuurtje gebeld met Smeets. Hij vindt het leuk om jongere mensen in dit vakgebied op weg te helpen.”