Met deze maatregelen wil Adam Hansen het wielrennen veiliger maken

De verslagenheid na het overlijden van Gino Mäder is groot. De Zwitser kwam tijdens de vijfde etappe van de Ronde van Zwitserland aan hoge snelheid ten val in de afdaling van de Albulapas, waarna hij in een ravijn belandde. De volgende ochtend verloor hij de strijd tegen zijn zware verwondingen.

Omdat de finish aan de voet van die gevaarlijke afdaling lag, wordt de vraag gesteld of dit drama kon vermeden worden. De veiligheidsdiscussie woedt weer volop. Adam Hansen, ex-renner en voorzitter van rennersvakbond CPA, werkt aan concrete maatregelen om de veiligheid in het peloton te verbeteren.

Toen Hansen dit voorjaar verkozen werd als nieuwe voorzitter van de rennersvakbond, was veiligheid zijn voornaamste bekommernis. "Ik praat rechtstreeks met de organisatoren”, zegt de Australiër in gesprek met Het Laatste Nieuws. “De UCI is van goede wil, maar hun structuur is traag. Ik zou tijd verliezen als ik het eerst langs die kant probeer."

Uniformiteit

Om te beginnen vindt Hansen uniformiteit heel belangrijk. "Vandaag worden gevaarlijke situaties in elke koers op een andere manier aangegeven. Soms staat er een agent met een vlagje, soms iemand met een fluitje, soms heb je een bord, soms heb je een licht, soms word je 200 meter op voorhand verwittigd, soms pas op het moment zelf."

Hansen wil één standaard. "Renners zijn met zoveel bezig tijdens de koers, het is niet goed dat ze daar ook nog moeten over nadenken."

Ploegdokter

Als het dan toch misloopt, wil Hansen dat er zo snel mogelijk medische hulp kan geboden worden. Hij wil daarom een ploegdokter in elke volgwagen. "Reactietijd na een ongeval is cruciaal. Dokters zijn belangrijker dan een sponsor in de volgwagen. Renners hebben ook liever een spoedarts dan een sportarts in de volgwagen."

Arenberg

Verder probeert Hansen gevaarlijke plekken, waar veel valpartijen of bijna-valpartijen voorkomen, in kaart te brengen. "In het peloton groeit bijvoorbeeld de bezorgdheid over de passage door Arenberg (kasseistrook in Parijs-Roubaix). De snelheid ligt elk jaar hoger en dat verhoogt het risico op valpartijen."

De beruchte kasseistrook schrappen, vindt Hansen dan weer een brug te ver. "Maar misschien kunnen we wel de snelheid naar beneden halen. In het stuk voor het bos kan je een zijweg inslaan om verderop, vlak voor de ‘secteur’ weer de normale route op te draaien. Dan kom je aan een veel lagere snelheid op de kasseien en dat is veel veiliger."

Afdaling

Wat dan met gevaarlijke afdalingen? Moeten die geschrapt worden? Of mogen die niet meer vlak voor een finish liggen? Of moeten de renners gewoon niet meer als een gek naar beneden vlammen? "Het ongeluk van Gino Mäder had je misschien met geen enkele maatregel kunnen voorkomen", zegt Hansen.

"De vraag is wel gesteld door de renners om na een afdaling nog minstens drie kilometer vlakke weg te voorzien. Ligt de finish meteen beneden, dan koerst iedereen op de limiet. Ik ben zelf renner geweest: als je weet dat er nog een paar kilometer vlak volgen, houd je wat reserve over."

Het plaatsen van vangnetten in een afdaling, is volgens hem niet haalbaar. "Het is onbegonnen werk om overal netten te plaatsen. Daarvoor is er niet genoeg geld. De afstanden in de koers zijn enorm groot."

Respect

Tot slot legt Hansen de verantwoordelijkheid ook voor een deel bij de renners zelf. "Ik hoor steeds vaker renners klagen over een gebrek aan respect in het peloton. In mijn laatste jaren als profrenner kon ik me ook ergeren aan collega’s die onnodige risico’s nemen. Ik snap bijvoorbeeld niet waarom je iemand de pas zou afsnijden om op 80 kilometer van de finish een plek op te schuiven."

Dat er minder respect is in het peloton, heeft volgens Hansen te maken met de steeds lager wordende gemiddelde leeftijd in het peloton. Piepjonge renners maken steeds vroeger de overstap naar de profs en tonen zich meteen vooraan. "Als de gemiddelde leeftijd in de WorldTour vandaag vijf jaar lager ligt dan bij de vorige generatie, betekent dat ook vijf jaar minder ervaring met valpartijen en veiligheidsrisico’s."