Wielrennen is één van de populairste, maar ook één van de duurste sporten om als amateur te beoefenen. Je hebt er immers een peperdure fiets (tegenwoordig de prijs van een auto), een volledige uitrusting en nog een hoop andere veel te dure zaken voor nodig.
Veel amateurs spenderen aan hun hobby echter veel meer geld dan nodig is. Daarom hebben we wat financieel advies voor de sportieveling die af en toe op de fiets springt.
1) Fiets
De tweewieler neemt ongetwijfeld de grootste hap uit je budget. Voor de allerduurste modellen moet je vandaag duizelingwekkende bedragen tot wel 15.000 euro neertellen. Maar ook een instapmodel kost tegenwoordig een fortuin. Sinds de coronacrisis zijn de prijzen van fietsen immers flink gestegen.
Zolang je geen ambitie hebt om de Tour te winnen, heb je echter weinig aan zo'n topmodel. Wil je dan toch een paar honderd gram besparen, dan kan je ook gewoon wat gewicht verliezen.
Wie elke zomer op avontuur gaat in het hooggebergte of af en toe deelneemt aan lokale wedstrijden, kan zich al een duurdere bolide permitteren, maar een model uit het duurdere middensegment volstaat nog steeds. De prijskloof met de allerduurste afmontage is immers heel groot, terwijl het verschil in kwaliteit slechts gering is.
Voor beginners en fietsers zonder veel ambitie hebben we in dit artikel overigens een lijstje samengesteld met vijf degelijke instapmodellen voor minder dan 1500 euro.
2) Onderhoud
Of je nu de allerduurste fiets of een instapmodel koopt, je fiets zal al vanaf dag één afzien. Vooral in de regen krijgt je tweewieler het hard te verduren en dat zorgt voor snelle slijtage van de onderdelen. Het is daarom superbelangrijk om je fiets goed te onderhouden en regelmatig een poetsbeurt te geven - vooral de draaiende onderdelen! Op die manier kan je de levensduur van je bolide met vele jaren verlengen.
3) Voeding
Aan voeding ga je uiteraard geen fortuin spenderen, maar als je voor aanvang van elke training je achterzakken volpropt met gelletjes, energierepen en andere lekkernijen, dan gaat je dat op termijn toch een pak geld kosten. En dat is jammer, want die specifieke sportvoeding is echt wel overbodige luxe. Je zal er niet sneller door rijden.
Eigenlijk volstaat elke suikerachtige/koolhydraatrijke snack om de energievoorraad tijdens en na een fietsrit aan te vullen. Belangrijk is wel dat die snacks niet te veel vet bevatten, want vet belemmert de opname van suikers. Denk hierbij aan brood, peperkoek, bananen, koeken, stroopwafels...
Denk na een rit ook aan eiwitten, maar een dure herstelshake is echt niet per se nodig; een bakje kwark is ook prima!
Zoek je een eiwitrijke snack om sneller te recupereren na een training? Chocolademelk en noten zijn prima alternatieven voor eiwitrijke hersteldranken.
4) Fietscollectie
Fietsen heb je tegenwoordig in alle soorten. Naast een racefiets voor op de weg bestaan er ook mountainbikes (ook weer onderverdeeld in verschillende soorten), tijdritfietsen en gravelfietsen. Denk echter niet te snel dat je ook van elke soort een exemplaar nodig hebt.
Zo kan je bijvoorbeeld een prima triatlon afwerken met een 'gewone' racefiets. Hetzelfde geldt voor gravelen. Gianni Vermeersch werd overigens wereldkampioen gravel op een wegfiets met iets bredere banden. Een mountainbike is op grindstroken dan weer een pak veiliger en comfortabel dan een gravelfiets.
5) Kledij
Bij een blitse bolide, hoort een fraai koerspakje. En die kledij kost tegenwoordig wel wat. Truitjes, broeken en thermische kledij worden vandaag voorzien van de modernste technologieën om optimaal vocht af te drijven, warmte vast te houden, comfort te verhogen of aerodynamica te verbeteren. Een shirt, handschoenen of fietsjackvan 20 jaar oud zit echter ook prima en je zal er niet trager mee rijden.
Dan heb je ook nog enkele zaken die leuk, maar volstrekt overbodig zijn. Denk aan recovery kledij, specifieke keldij om te gravelen of dure fietsbrillen.
Het enige waar je niet op mag besparen is een degelijke koersbroek! Zadelpijn is immers een vreselijk kwaaltje waar veel renners mee te kampen krijgen en het haalt alle plezier uit je fietsritjes. In dit artikel vind je trouwens 7 tips om zadelpijn te voorkomen.
6) GPS
De populairste én duurste gadget is de fiets GPS. Eigenlijk ben je bijna een buitenbeentje als je er geen op je stuur hebt staan. Alleen gebruiken veel amateurs zo'n toestelletje enkel maar om zaken als snelheid en afstand mee af te lezen. Een beetje jammer, want je kan er zoveel meer mee. Denk hierbij aan parameters zoals hartslag en vermogen en het inplannen van routes.
Ben je enkel maar geïnteresseerd in afstand en snelheid? Dan volstaat een simpel fietscomputertje, waar tot 10 jaar geleden iedereen mee reed.
7) Evenementen
Overal ter wereld kunnen fietsavonturiers deelnemen aan leuke en uitdagende toertochten en granfondo's. Denk maar aan We Ride Flanders, Liège Bastonge Liège Challenge, de Marmotte of L’étappe du Tour de France.
Iedereen die zich ooit al waagde aan zo'n sportieve uitdaging, weet dat een rugnummer echter een pak geld kost. Zo moeten de early birds volgend jaar maar liefst 80 euro neertellen om de volledige afstand van Vlaanderens Mooiste te mogen rijden.
Denk daarom twee keer na of een evenement die hoge prijs wel waard is. Per slot van rekening kan je 363 dagen per jaar op exact hetzelfde parkoers rijden, zonder te moeten betalen. De openbare weg is immers vrij toegankelijk voor iedereen en je kunt altijd wel ergens een GPX-bestand vinden met de route.
8) Fiestrainer/Zwift
In de winter kan het buiten erg koud worden en dan zoeken veel renners, zelfs de profs, hun toevlucht tot indoor trainingen. Een degelijke fietstrainer kan echter een hoop geld kosten, net als het virtuele trainingsplatform Zwift waarmee je de saaie trainingen binnenshuis iets leuker maakt.
Wie op de koudste dagen even doorbijt en warme kledij draagt, hoeft daar helemaal geen geld aan te spenderen. Geef je fiets op natte dagen wel een grondige poetsbeurt, want anders gaat je materiaal weer sneller verslijten!
- Beeld: Wilftied Wende / Unsplash