Ooit waren ze even grote rivalen als Mathieu van der Poel en Wout van Aert en vochten ze in de Tour epische duels uit. Twintig jaar later zijn Lance Armstrong en Jan Ullrich dikke vrienden geworden en trekken ze geregeld met elkaar op.
De twee wielerlegendes hebben overigens een gelijkaardige levensloop achter de rug. De Amerikaan en de Duitster golden allebei als uitzonderlijke talenten, wonnen de allergrootste koersen en vielen na hun carrière in een diep val.
Vooral Ullrich belandde na zijn wielerafscheid op een verkeerd spoor. 'Der Kaiser' kampte met zware depressies en een alcohol- en drugsverslaving. "Ik dronk twee flessen whisky per dag. Cocaïne veranderde me in een monster. Ik was bijna dood", vertelde hij daar zelf over.
Toen Ullrich in 2018 in het ziekenhuis werd opgenomen, twijfelde Armstrong geen seconde om het vliegtuig naar Europa te nemen, om zijn goede vriend uit het dal te trekken. "Marco Pantani was al overleden. Ik wilde niet nog één van ons verliezen", zegt Armstrong in het Duitse Zeitmagazin. "Ik hou van Jan. Dat het zo slecht met hem ging, brak mijn hart."
Iconen
"Jan en ik waren beiden iconen in ons land. Ik als iemand die kanker had overwonnen en veel lotgenoten had geïnspireerd. Jan omdat hij de eerste Duitse winnaar van de Tour was. Het klinkt misschien wat onbescheiden, maar wij waren de allergrootste renners ter wereld. En we maakten deel uit van een klotegeneratie."
Verder vertelt Arsmstrong dat hij veel liever de grootste was geweest in een tijdperk zonder doping. "Ik wou dat ik, Jan en iedere renner van onze generatie die beslissing niet had moeten nemen. De realiteit was helaas anders. Het heeft tien jaar gekost om uit deze put te geraken. Mijn leven implodeerde. Ik verloor niet alleen miljoenen dollars, ik verloor alles wat mij definieerde."
- Foto Marketa Navratilova/ Cor Vos ©2003 Manuel Beltran, Lance Armstrong, Iban Mayo, Haimar Zubeldia en Jan Ullrich.