Michel Wuyts: 'Ik zet Van der Poel en Pogacar dit voorjaar op gelijke hoogte'

Michel Wuyts aanschouwde dit voorjaar de capriolen van Tadej Pogacar met evenveel bewondering als die van de wereldkampioen.

Wuyts

Mathieu van der Poel heeft er een fenomenaal voorjaar opzitten. Hij won voor het eerst de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix in hetzelfde seizoen. Verder voegde hij de E3 Saxo Classic aan zijn palmares toe en strandde hij in Luik-Bastenaken-Luik op een knappe derde plek. En dat allemaal in de regenboogtrui!

In de ogen van de meeste wielerliefhebbers is de wereldkampioen dan ook dé man van het voorjaar. Dat andere fenomeen, Tadej Pogacar, haalde echter ook weer enkele straffe stoten uit.

De Sloveen stuntte in de Strade Bianche met een solo van maar liefst 81 kilometer. In Luik-Bastenaken-Luik vertrok hij op 34 kilometer van de streep. In de Ronde van Catalonië degradeerde Pogacar de tegenstand door vier van de zeven etappes te winnen en de eindzege binnen te halen.

Ex aequo

Michel Wuyts wil de één niet boven de ander plaatsen. "Ik zet ze op gelijke hoogte. Ex aequo", zegt de wielercommentator en -analist in de HLN-podcast Wuyts & Vlaeminck. "Alsof dat zo makkelijk is om een rit te winnen in de Ronde van Catalonië... Hij doet het iedere keer met sprankelend vertoon, beslist waar hij gaat en dan is dat onherroepelijk."

"Het is wel zo dat dat een beetje in de schaduw verloopt van de klassiekers die ondertussen hier doorgaan. Dan is de shining star Van der Poel. Als je een beetje verder kijkt, dan kan je niet anders dan zeggen: scheidt die twee niet, heb er respect voor en zet ze op gelijke hoogte."

Spelen

Wuyts keek met veel bewondering naar hoe Pogacar al spelenderwijs zeven van zijn tien koersen won. "Het moet een bijzonder genoegen zijn voor de man zelf als je van topsport een spel kunt maken. Bij Pogacar, ook bij Van der Poel, maar vooral bij Pogacar, is het spelelement veel groter dan bij de rest van het peloton bijeen."

"Hij schept er genoegen in van superieur te zijn zonder daarmee uit te pakken, zonder uitdagend te doen. Ik herinner mij zijn gedrag in de Strade Bianche waarin hij in de laatste 20, 30 kilometer handje klap ging doen met de supporters die hij onderweg herkende."

"Het moet bijzonder plezant zijn om Pogacar te zijn in de koers. Ik denk ook niet dat er afgunst bestaat in het peloton. Ik denk dat er een algemene staat van bewondering is jegens Pogacar", aldus Michel Wuyts.