Interview | Novak vindt dat Pogacar soms best bozer mag zijn: 'Dat hij mag zeggen wat goed is en wat slecht is en waarin we als ploeg moeten verbeteren'

Domen Novak neemt de plaats van Tadej Pogacar in tijdens de Olympische Spelen.

Pogacar

Binnenkort in Wieler Revue: interviews met onder anderen Luka Mezgec en Domen Novak over de staat van het Sloveense wielrennen en hun band met Roglic en vooral Pogacar. Hieronder vind je alvast een passage van het interview met Novak.

De anonieme Twitteraar Mou, die zegt inside-informatie over Pogacar te hebben, noemt Novak steevast een van de belangrijkste personen rondom de Tourwinnaar. Novak zou Pogacar hebben geadviseerd om samen te gaan werken met trainer Javier Solo. Voordat Mou op het toneel kwam tijdens de Tour de France sprak Wieler Revue met Novak.

Niet over Sola, maar wel over de ploeg in zijn geheel. Gevraagd naar momenten dat Pogacar boos is geworden, moet hij even nadenken. In Milaan-Sanremo liep het koersverloop weliswaar niet zoals gewenst, maar ook toen was de wielertopper volgens Novak niet boos op anderen.

"Hij kan soms wel boos zijn, maar dan is hij vooral boos op zichzelf en niet op zijn teamgenoten. Dat is normaal, maar over het algemeen is hij kalm in de bus. Sterker nog, ik denk dat hij soms zelfs een beetje bozer mag worden. Dat hij mag zeggen wat goed is en wat slecht is en waarin we als ploeg in moeten verbeteren."

Giro

In de Giro d'Italia nam Novak die rol op zich, zegt hij. "Ik zei dat we wakker moesten worden, want de eerste etappes zat hij met tien kilometer te gaan in zijn eentje. Ik zei: 'We hebben de beste renner ter wereld en we kunnen hem niet op drie kilometer van het einde afzetten.' Het werkte, want na een kleine week zaten we altijd daar met de ploeg om hem goed af te kunnen zetten."

Ondanks alle successen is Pogacar nog precies dezelfde jongen als toen hij in 2019 prof werd. "Als je hem ziet, dan denk je niet: dat is de grote Tadej Pogacar. Dat laat hij nooit zien. Hij blijft met zijn voeten op de grond."

"Soms vind ik het leuk om met hem te trainen, maar niet te vaak. Hij is zo sterk dat hij mijn motor serieus kan opbranden. Hij traint hard en het is moeilijk om hem te volgen. Ik ken mijn limieten. Als je dat weet, dan weet je dat je niet iedere dag met hem kan trainen. Hij kan mij vernietigen."