Ik trok in september tijdens het laatste zomerse weekend van het jaar naar Gunderath, een onbeduidend vlekje op de landkaart, maar vooral bekend vanwege een sfeervol park van Center Parcs genaamd Park Eifel. Daar wordt al 13 jaar de Eifel Cycling Classic georganiseerd. Alle reden om er eens aan mee te doen, dacht ik.
Collega Bram de Vrind, onder meer freelancer voor dit blad, maakte me attent op deze tocht, waar hij sinds een aantal jaren de routes voor uitzet. In tegenstelling tot veel andere cyclo’s en gran fondo’s kent deze toertocht elk jaar een ander parkoers. Wat mij betreft kunnen veel organisaties hier een voorbeeld aan nemen.
De Eifel is groot, divers en kent in tegenstelling tot de Ardennen en Zuid-Limburg geen beklimmingen die je ‘moet’ gedaan hebben. Voor mij belangrijke inspiratie om naar de Eifel af te reizen. De Eyserbosweg en de Redoute heb ik na zo’n 25 keer wel zo’n beetje gezien. Vanuit mijn woonplaats Groningen is het Center Parcs Park Eifel 4,5 uur rijden, en met een podcastje in de oren vliegt de tijd om. Nog een voordeel ten opzichte van de Ardennen: je hoeft niet door het naargeestige Luik te rijden.
Connor McGregor
Deelnemers kunnen kiezen uit de 150, 100 en 50 kilometer. Ik kies voor de langste afstand. De zon schijnt al vroeg hoog aan de hemel en vanuit Center Parcs rijden we met een paar honderd man tegelijkertijd weg. Een bescheiden aantal, maar Lisanne Bos van Center Parcs Meetings&Events legt me uit dat de organisatie niet perse enorm hoeft te groeien. Het park heeft natuurlijk ook een limiet aan z’n capaciteit.
Vanuit het vertrek wordt er meteen een klimmetje opgereden waardoor iedereen al snel in een groepje zit van vergelijkbaar niveau. Het is helder en de dauw trekt langzaam omhoog door de sterke zon, waardoor de groene weilanden overal een idyllisch karakter krijgen. Ik heb al snel door dat dit een van de mooiste wielerdagen van het jaar wordt.
We rijden oostwaarts richting de Höhe Eifel, maar niet voordat de eerste 30 kilometer vooral in dalende lijn gaan. Meerdere deelnemers rijden kort-kort, maar ik ben blij dat ik voor de eerste twee uurtjes toch armstukken en een windjack aan heb.
Zeker de razendsnelle afdalingen in de schaduw zijn nog ijskoud. Als we de Moezel oversteken rijden we bij het plaatsje Niederfell een klim op en als mijn Wahoo aangeeft dat ik aan een klim van 9 kilometer begin schrik ik toch eventjes. Ben ik hier in de Alpen beland?
Gelukkig blijkt de Aspeler Bachtal een heerlijke loper. Een zeer gematigde klim over een perfect asfaltpad dwars door een bos. Ik kijk links van me en ik denk dat Connor McGregor me voorbij steekt. Het blijkt om Marvin van der Pluijm te gaan, de Nederlandse kampioen elite zonder contract van 2003 die inmiddels beschikt over een ontzagwekkende baard.
Na weer een snelle, mooie afdaling over perfect asfalt steken we de Rijn over bij het middeleeuwse centrum van Boppard, niet ver van Koblenz. Mobieltjes worden erbij gepakt voor de nodige selfies, want de Rijn op de achtergrond en de wijngaarden op de steile hellingen zorgen voor mooie plaatjes.
Rust
Drie dingen vallen me op als ik hier door de Vulkaneifel rijd. De rust in vergelijking met de Ardennen, de hoffelijkheid van de Duitse automobilist en het (op een paar slechte plekken na) perfecte asfalt. Ik kan me de abominabele wegen nog herinneren die me in de Ardennen teisterden in het verleden.
Daarbij vergeleken is de Eifel een verademing. Ook heb je hier veel minder bebossing dan in de Belgische Ardennen waardoor je constant door schitterende panorama’s fietst en de talloze vulkanen goed ziet liggen. Deze regio dankt zijn naam aan de vulkanische activiteit die het landschap heeft gevormd. Deze activiteiten zijn nog te herkennen in de vorm van kraters, natuurlijke gassen, lavaformaties en maren.
De laatste uitbarstingen dateren rond 8000 jaar voor Christus. De vulkanen in de Eifel zijn gevormd boven een hotspot, die nog actief is: het oppervlak stijgt jaarlijks met 1 à 2 milimeter. Tussen de uitbarstingen zaten telkens 10.000 à 20.000 jaar relatieve rust. Dit laat ruimte voor de suggestie dat de Vulkaaneifel in de toekomst weer actief kan worden. Voorlopig houden ze zich gelukkig rustig!
Terug naar de Eifel Cycling Classic. We verlaten de machtige Rijn via Hirzenach en meteen moeten we de steile Kirchstrasse op. De eerste groep van 30 fietsers, waarin ik ook zit, spat uit elkaar en overal zie je duo’s of enkelingen omhoog spartelen. Na een kilometer zwakt de steiltegraad weer wat af en kom ik in een lekker tempootje.
De Kirchstrasse gaat over in de Rheingoldstrasse en een schitterend panorama ontvouwt zich bovenop de klim. Beneden zie ik de Rijn kronkelen, de grote toeristenboten varen langzaam voorbij en ik houd even halt voor een foto.
Bij het tweede rustpunt van de dag heeft de organisatie met Snickers, stroopwafels, broodjes, bananen en allerlei soorten drank uitgepakt aan de oever van de Moezel. Geen slechte plek voor een picknic. Het is geen overdreven zware tocht hoewel er echt wel een paar kuitenbijters in het parkoers worden opgenomen.
Naar de streep
Amper vijf minuten na het tweede rustpunt kom ik erachter dat ik met mijn domme kop twee bijgevulde bidons heb laten liggen bij de ravitaillering. Het gaat me te ver om terug te rijden, maar de gedachte om nog 50 kilometer met dit warme weer zonder drinken te zitten is ook niet fijn. Gelukkig meldt een van de deelnemers me dat de organisatie van de Eifel Cycling Classic op 25 kilometer van de meet nog een ravitaillering heeft gepland.
Dat zing ik nog wel even uit! Ik heb weliswaar een droge strot als ik daar aankom, maar de appelsap smaakt des te beter. Ik ga even zitten in het charmante stadje Dungenheim en ik verbaas me nog maar eens over de rust die er hier heerst op deze toch zonovergoten zaterdagmiddag.
Als ik mijn tocht vervolg zie ik links en rechts van me graanvelden die een gouden gloed aan het panorama toevoegen. Veel cyclo’s ontaarden in een ware finale naarmate de finish in zicht komt. Zo niet hier. Door het niet al te grote deelnemersveld is er geen stress en als ik na 160 kilometer het laatste klimmetje naar de finish op het Center Parcs in Gunderath weer opdraai, besluit ik na een snel alcoholvrij biertje en een broodje curryworst weer op de fiets te kruipen om de 200 kilometer vol te maken.
Het is wellicht de laatste keer dat ik zo’n lange afstand kan en wil fietsen dit jaar. Soms heb je van die dagen waarvan je wenst dat ze nooit tot een einde komen. Dit is er eentje. Als ik voor de tweede maal de finish passeer krijg ik een luid applaus van andere finishers, die onder het genot van bier en pizza’s, met vrienden en familie deze mooie dag vieren. Ik kom volgend jaar zeker weer terug. Een aanrader voor iedereen die eens iets anders wil dan de Ardennen!
Kijk op www.eifelcyclingclassic.nl en www.centerparcs.nl voor meer informatie en overnachtingsmogelijkheden in de Eifel.
- Brandrs