In onze eindejaars-special - die hier te bestellen is! - blikken we uitgebreid terug op het wielerjaar 2024. In de rubriek De Stelling laten we kenners Johan Museeuw, Erik Breukink en Michael Boogerd aan het woord. De stelling luidt: 'De extreme dominantie van Tadej Pogacar is niet goed voor de wielersport'.
Hieronder lees je alvast wat Erik Breukink van die stelling vond. De oud-ploegleider van Rabobank en oud-renner van onder meer PDM en Once is het niet eens met de stelling.
Breukink denkt niet dat Pogacar dit nog eens kan herhalen
De wielersport heeft grote kampioenen nodig en dat is Pogacar. Sommige wedstrijden zijn misschien niet spannend genoeg, maar we moeten niet vergeten dat dit een uitzonderlijk jaar was. Pogacar is niet gevallen, is nooit ziek geweest zoals sommige van zijn concurrenten."
"Ik geloof er niks van dat hij dit nog eens gaat herhalen volgend jaar. De afgelopen twee jaar heeft hij de Tour ook verloren van Vingegaard. Dat mogen we ook niet vergeten hè. Ik kan wel genieten van de spectaculaire wijze waarop hij de wedstrijden wint."
Merckx
"Één ding: hij geeft geen cadeautjes weg. Dat deden kampioenen uit het verleden wel. In de Giro en de Tour bleef hij steeds zijn ploeg op kop zetten om al die ritten mee te pakken. Dat zag ik Miguel Indurain in het verleden niet doen."
"In dat opzicht kan je Pogacar wel een beetje met Eddy Merckx vergelijken, die ook nooit iets weggaf. Natuurlijk vind ik het ook het mooiste dat wedstrijden pas in de slotkilometers beslist worden en dat in grote rondes het klassement dichtbij elkaar blijft staan. Maar dat is toch een beetje een utopie."
- Cor Vos