"Ik zat op een roze wolk en daar wilde ik zolang mogelijk op blijven zitten", verklaart Thomas zijn uitspattingen in de winter tegen De Telegraaf. "Het was een periode dat ik nachten lang aan het feesten was, ik heb er voor mijn gevoel alles uitgehaald. Maar ja, op een gegeven moment was ik dat ook weer zat. Toen begon mijn wielerhart weer te kloppen. Ik wilde weer moe zijn van zware trainingsblokken, in plaats van uitgeput door het nachtleven."
De kilo's waren er in de tussentijd echter wel aangevlogen. "Ik heb geen flauw idee hoeveel ik toen woog", gaat Thomas, die nu weer op 68 kilogram zit, verder. "Ik wilde het ook niet weten en in die periode vermeed ik de weegschaal. Ik had geen getal nodig om me te vertellen dat ik te dik was. Ik hoefde alleen maar naar foto's te kijken en dat zei me genoeg. In het begin raakte ik de kilo's vrij snel kwijt, maar vooral die laatste drie kilo's zijn lastig. Het is een heel gevecht geweest om weer op streefgewicht te komen."
Thomas raakte op tijd fit en in de Ronde van Romandië gaf hij met een derde plaats weer een teken van leven. In de Ronde van Zwitserland hoopte hij zich vervolgens te testen, maar kwam hij ten val met opgave als gevolg. "Ik merk nu dat het fysiek gezien geen groot probleem is. Bij een val moet je opstaan en weer doorgaan. Ik voel me fit en merk dat dit mijn voorbereiding niet in de weg heeft gestaan. Of de motivatie er is om de Tour nog een keer te winnen? Zeker weten.”