Tegen De Telegraaf vertelt Elia Viviani, de sprinter van het team, het volgende over de verhoudingen tussen de toppers van de Belgische ploeg. "We kunnen het goed met elkaar vinden. Ik ga niet vragen aan Julian om niet aan te vallen op de Poggio. Hij moet vooral doen waar hij goed in is. En als iemand anders aanvalt op de Poggio, is het aan hem om te volgen of iemand anders van de ploeg."
Zo heeft Deceuninck-Quick Step meerdere troeven om uit te spelen, want als het tot een sprint komt, dan moet Viviani klaar zitten om het af te maken. "We hebben lessen getrokken uit de koers van vorig jaar en moeten die kennis nu gebruiken. Natuurlijk droom ik van Milaan-Sanremo. Het is de enige klassieker voor sprinters, dat is het verschil met andere monumenten in de wielersport. Ik voel me goed en met de Tirreno in de benen zal ik klaar zijn om die wedstrijd van driehonderd kilometer af te werken."