Op de slotdag stond de zwaarste rit op het programma. De finish lag op de top van de Alto de las Palmas, een beklimming van 15 kilometer aan 6,7 procent. Met Daniel Felipe Martinez en Julian Alaphilippe op pole-position voor het eindklassement was spektakel verzekerd. De vlucht van de dag werd gevormd door vier renners, namelijk Edwin Avila, Diego Ochoa, Wilmar Paredes en Alex Cano. Zij werden op de slotklim teruggehaald. Zoals gewoonlijk nam Team Sky het heft in handen in het peloton.
Winner Anacona was de eerste noemenswaardige naam die ten aanval trok. De winnaar van de Vuelta a San Juan werd echter onder controle gehouden door het Britse team. Op zeven kilometer van de meet barstte het spektakel helemaal los. Onder luid gejuich van de fans ging López ten aanval. Het werd een wirwar aan aanvallen en dat kostte leider Julian Alaphilippe de kop. Nu was het Martinez die op koers lag toe te slaan in zijn eigen land, maar ook de renner van EF Education First kon het hoge tempo uiteindelijk niet bijbenen.
Een elitegroep van vier zou overblijven, namelijk Egan Bernal, Ivan Ramiro Sosa, Quintana en López. De vele uitzinnige fans leverden gevaarlijke taferelen op. Wat al een tijd in de lucht hing, gebeurde uiteindelijk: twee toeschouwers struikelden over elkaar en beukten zo Sosa en Quintana van hun fiets. López en Bernal reden verder, waarna de Astana-renner de sterkste bleek.
Lange leek het erop dat hij zou winnen, maar vanuit de achtergrond kwamen Quintana en Sosa nog terug. De Movistar-renner ging er uiteindelijk met de etappe vandoor. López kon zich desondanks wel melden op het podium, want hij greep het eindklassement. De derde zege voor Astana deze zondag.