En als je dan eindelijk in een grote ronde zit is de kans niet zo groot dat je 'm daadwerkelijk wint. Nee, het uitrijden op zich is al een wereldprestatie. Het is daarom dat er in grote rondes ook altijd aandacht wordt besteed aan de nummer laatst. De winnaar vinden we allemaal fantastisch, maar hé, jij daar in de achterhoede, jij mag er ook zijn.
In de Tour de France kennen we de Rode Lantaarn als poedelprijs. En in de Giro is het de Maglia Nera. En hoewel de poedelprijs in de Giro d'Italia met dank aan regelgeving van de UCI geen officiële prijs is leeft ze in de wielerwereld. Het moge duidelijk zijn: dit klassement verdient een gedegen voorbeschouwing.
Van Giuseppe tot Giuseppe
De geschiedenis van deze prijs begint in 1926. De Italiaan Giuseppe Ticozzelli is eigenlijk voetballer van beroep. En, dat moeten we toegeven, hij is een best goede voetballer. Op 18 januari 1920 speelt hij zelfs in het nationale elftal. Door zijn liefde voor de Giro besluit hij de stoute wielerschoenen aan te trekken en hij schrijft zich als onafhankelijke renner in voor de barre tocht.
Professionele kledij heeft Ticozzelli niet, dus gebruikt hij het shirt van zijn club Casale (zwart met een witte ster) tijdens de koers. Onderweg neemt hij wanneer hij daar zin in heeft uitgebreid de tijd om zich vol te stoppen in een restaurant. Het is dan ook niet heel gek dat het avontuur van de in het zwart gehulde renner slechts drie ritten duurt.
Ticozzelli is misschien wel de slechtste wielrenner aller tijden, maar hij heeft zijn droom toch maar mooi waargemaakt. Zijn verhaal bewijst dat je absoluut geen campionissimo hoeft te zijn om voor eeuwig herinnerd te worden.
We maken een flinke sprong in de tijd. De Giro van 1946 is de eerste editie na de oorlog en het volk kan wel wat afleiding gebruiken. Gelukkig krijgen de Italianen dat voldoende dankzij het wielrennen. Gino Bartali, in de oorlog een fietsende verzetsheld, zegeviert dat jaar niet in een etappe, maar de Vrome wint wel het eindklassement. De nummer twee van die wedstrijd laat zich raden; Fausto Coppi.
De mensen langs de kant van de weg hebben zoals het hoort waardering voor het peloton. Goed, de rivaliteit tussen de twee Campionissimi zorgt soms voor niet al te fraaie taferelen tussen supporters, maar door de bank genomen is de Giro één groot feest. Hele volksstammen lopen uit om hun helden uit volle borst toe te juichen. Vai, corridori, vai!
Om extra aandacht te genereren voor de Giro d’Italia (lees: meer inkomsten voor La Gazzetta dello Sport) introduceert de organisatie dat jaar een nieuwe prijs: de zwarte trui, ofwel de Maglia Nera. Het voetbalshirt van Ticozzelli dient als inspiratiebron voor de trui. Naast het algemene klassement en de in 1933 ingevoerde prijs voor de beste klimmer is de Maglia Nera de derde grote prijs van de ronde.
Met Luigi Malabrocca, hebben de meereizende journalisten een ideale renner om over te schrijven. Malabrocca, meesterknecht van de grote Coppi en echt geen slechte coureur, doet namelijk ontzettend zijn best om laatste te worden. De Giro d’Italia is voor hem één grote tegenstelling. Zodra het werk voor zijn kopman gedaan is probeert de Chinees van Garlasco om zoveel mogelijk tijd te verliezen. Hij wint juist door te verliezen.
Hoe Malabrocca het klaarspeelt om de Maglia Nera te veroveren? Hij heeft opvallend vaak een lekke band. Soms bezoekt hij, als hommage aan Ticozzelli, even een café. Maar steeds komt hij wel keurig op tijd binnen, iets waar de helft van zijn fietsende collega’s niet in slagen door pech, uitputting of wat dies meer zij. Zijn uiteindelijke achterstand op Valeriano Zanazzi, de voorlaatste in het klassement, is 53 minuten en 12 seconden.
Een jaar later herkennen de mensen Malabrocca nog. Hij krijgt veelvuldig hulp aangeboden bij het voltooien van zijn queeste. Sommige fans moedigen hem zelfs aan met spandoeken. Malabrocca slaagt wederom in zijn missie. Zijn achterstand op Riccardo Sarti, de nummer voorlaatst? 1 uur, 13 minuten en 57 seconden. Indrukwekkend.
De ronde van 1949 wordt legendarisch dankzij de uitspraak van Mario Ferretti. De woorden 'Un uomo solo al comando, la sua maglia è bianco-celeste, il suo nome è Fausto Coppi' staat in het geheugen van iedere reachtgeaarde wielerliefhebber gegrift. Maar het verhaal dat zich ver achter Coppi afspeelt is minstens zo interessant.
Het duel om de laatste plek gaat tussen Santa Carollo en - jawel - Luigi Malabrocca. Carollo is op het laatste moment opgeroepen voor de Italiaanse rittenkoers en hij kan het peloton gewoonweg niet bijhouden. Problematisch natuurlijk voor onze Luigi, die zijn trukendoos volledig moet opentrekken. Malabrocca duikt enkele keren de greppel in, soms stopt hij om handtekeningen uit te delen en daarnaast heeft hij op de meest onhandige momenten een lekke band. Zul je altijd zien.
Maar hoe hij het ook probeert, Carollo blijft maar achter hem staan in het klassement. In zijn pogingen achterstand op te lopen houdt hij zich zelfs in een watertank schuil. Hij wordt echter door een boze boer betrapt. Met slechts één etappe te gaan is die vermaledijde Carollo nog altijd de hekkensluiter.
Op weg naar Milaan doet Malabrocca nog één ultieme poging. De Italiaan geniet in een bar van een paar biertjes terwijl hij handtekeningen uitdeelt aan zijn fans. Uiteindelijk stapt hij op en begint hij aan de weg naar de finish. Ruim tweeënhalf uur nadat de winnaar over de streep is gekomen maakt ook Malabrocca de etappe vol. Missie geslaagd, zou je denken.
De tijdswaarnemers hadden echter genoeg van de streken van de tweevoudig winnaar van het zwarte tricot. Ze waren al op weg naar huis of ze waren aan het eten in een restaurant. Malabrocca kreeg van hen de tijd van het peloton. Hierdoor gaat niet hij maar Santa Carollo de geschiedenis in als de winnaar van de Maglia Nera in 1949.
De laatste winnaar van de Maglia Nera is ook noemenswaardig. Met het geld dat Giovanni Pinarello wint is hij in staat om in Treviso een kleine fietsenzaak te openen. Het blijkt het begin van een heus imperium In 1975 wint Fausto Bertoglio op een door Pinarello vervaardigde fiets de Giro d’Italia. Tegenwoordig is het merk ‘Pinarello’ niet meer weg te denken uit de wielrennerij. De fiets waar Pinarello tijdens de Giro van 1951 op reed staat nu in het wielermuseum op top van de Madonna del Ghisallo.
Na 1951 sterft het cultklassement echter een stille dood. Tenminste, op papier. De legende van de zwarte trui leeft immers nog altijd voort in de harten van de tifosi. En ook door coureurs wordt er nog altijd flink om gestreden. Jos van Emden (al winnaar in 2011) en Marco Coledan vochten in 2015 een verbeten strijd uit om de laatste plaats. Geheel volgens de traditie werd er op vele manieren geprobeerd om de ander af te troeven. Bewust in de remmen knijpen, schuilen achter campers en ga zo maar door.
Vorig jaar won Giuseppe Fonzi de symbolische Maglia Nera. De Giro-debutant had echt een doel gemaakt van het 'klassement' en de Italiaan werd dan ook met overmacht laatste. Geheel in stijl verscheen hij op het circuit van Monza aan de start van de laatste etappe.
Ora posso dirlo: è finito il mio primo @giroditalia ! Grazie a TUTTI! #fonzi #ehi ??#sbronzidifonzi ?:@cyclinside pic.twitter.com/h3aK9ShH89
— Giuseppe Fonzi (@fonzig91) 29 mei 2017
Laatste tien 'winnaars' Maglia Nera
2008: Markus Eichler
2009: Evgenij Sokolov
2010: Marco Corti
2011: Jos van Emden
2012: Miguel Minguez
2013: Davide Appollonio
2014: Jetse Bol
2015: Marco Coledan
2016: Jack Bobridge
2017: Giuseppe Fonzi
Reglement
Laatste worden in het klassement van een grote ronde klinkt moeilijker dan het in eerste instantie lijkt. Tijdens de dik 3500 kilometer lange tocht moet je niet alleen achter je concurrenten zien te eindigen, maar je moet ook de tijdslimiet in de gaten houden. Eenieder die te laat binnenkomt wordt immers zonder pardon uit koers genomen. Sta je dan, met je ambities.
Gelukkig weten we al wel wat de tijdslimieten zullen zijn. De organisatie heeft de ritten verdeeld in vijf categorieën: A tot en met E. Een etappe met A-status is een relatief eenvoudige, een rit van categorie 'D' is een heel zware beproeving. En de E-ritten? Dat zijn de tijdritten.
Tijdslimieten 101ste Giro d'Italia
Categorie A (etappe 2, 3, 7 en 21)
- <40 km/h: 7%
- 40-45 km/h: 8%
- >45 km/h: 10%
Categorie B (etappe 12, 13 en 17)
- <37 km/h: 9%
- 37-41 km/h: 10%
- >41 km/h: 11%
Categorie C (etappe 4, 5, 8, 10 en 11)
- <35 km/h: 11%
- 35-39 km/h: 12%
- >39 km/h: 13%
Categorie D (etappe 6, 9, 14, 15, 18, 19, 20)
- <30 km/h: 16%
- 30-34 km/h: 17%
- >34 km/h: 18%
Categorie E (etappe 1 en 16)
- 30%
Het devies voor de coureurs die willen strijden om de laatste plaats? Verstandig koersen. Werken wanneer het moet, zeker geen kans op een mogelijke ritzege laten liggen, rekenmachine mee in de achterzak en je hier en daar ergens verstoppen.
Maar wie zijn nu de grootste kanshebbers? We zetten er een aantal voor u op een rijtje.
Favorieten
Niet alleen Tom Dumoulin komt als titelverdediger terug naar de Italiaanse drieweekse, ook de Maglia Nera van afgelopen jaar verschijnt weer aan de start. Giuseppe Fonzi heeft zeker in eigen land een cultstatus (we herinneren u graag aan de hashtag #sbronzidifonzi) en het winnen van een nieuwe Maglia Nera zal hem zeker niet minder populair maken.
Een ritzege met één van de acht renners is het belangrijkste doel voor zijn ploeg Wilier Triestina - Selle Italia, maar de laatste plaats in het klassement zal toch ook wel een doel zijn voor de formatie. De sponsoren komen immers weer eens in beeld en dat is zeker voor een bescheiden wielerploeg als deze altijd mooi.
Maar er zijn vele mogelijke kapers op de kust. Jakub Mareczko is één van de favorieten als het gaat om massasprints, maar tegelijkertijd is hij misschien wel de slechtste klimmer van de meute die in Jeruzalem van start zal gaan. Te slecht om de ronde uit te rijden, zo lijkt het. Maar hij mag ons altijd verrassen. En wat moeten we denken van Filippo Pozzato. In zijn laatste Giro zou het zwarte tricot best een leuk doel voor de flamboyante Italiaan kunnen zijn.
Dan over naar het kamp Gianni Savio. Er is eindelijk weer plek voor zijn ploeg in de Giro en de legendarische ploegbaas wil tijdens de drieweekse rittenkoers zoveel mogelijk publiciteit genereren voor zijn Androni Giocattoli Sidermec-formatie. De rode armada zal natuurlijk jacht maken op dagsuccessen, maar als het even kan pakken ze de laatste plaats ook graag mee. Wie dit moet doen? Lastig te zeggen, er zijn meerdere kanrijke kandidaten. Als we toch één naam moeten roepen: Manuel Belletti!
Heeft die derde Italiaanse pro-contintentale ploeg, Bardiani-CSF, nog een kanshebber in huis? Jazeker. Andrea Guardini stond net als Jakub Mareczko niet vooraan toen de klimmersbenen werden uitgedeeld. Net als bij zijn landgenoot is het maar zeer de vraag of Guardini de strijd tegen de tijdslimiet kan winnen. Als hij hierin slaagt is hij de gedoodverfde favoriet.
Andere oud-winnaars van de Maglia Nera die aan het vertrek verschijnen? Marco Coledan en Jos van Emden. Schrijf ze maar op! En wie weet kunnen winnaars van de Rode Lantaarn het ook in Italië. Denk aan Sam Bennett, Fabio Sabatini en de oudste renner van het Giro-peloton; Svein Tuft.
*****
Giuseppe Fonzi
****
Sam Bennett, Svein Tuft
***
Jos van Emden, Marco Coledan, Filippo Pozzato
**
Jakub Mareczko, Andrea Guardini, Fabio Sabatini, Manuel Belletti, Rüdiger Selig
*
Lars Ytting Bak, Guy Sagiv, Guy Niv, Liam Bertazzo, Baptiste Planckaert, William Bonnett, Sam Bewley, Roy Curvers