De beelden van de Parijs-Roubaix van 1983 staan bij iedereen in het geheugen gegrift. De lekke band op de strook van Hem bezorgt sommige wielerfans nu nog altijd nachtmerries.
Maar zijn zege in Milaan-Sanremo mag er ook zijn.
Vlak voor de Poggio is hij weg met Silvano Riccò en ploegmaat Teun van Vliet. En het is laatstgenoemde die op de laatste helling van de koers zijn goede vorm etaleert. Ricco weet ternauwernood het wiel te houden en Kuiper moet er af. Het lijkt een tweestrijd te gaan worden, met Van Vliet als meest logische winnaar.
Maar dat is buiten de man uit Denekamp gerekend. Hij weet dat je bergop niet de sterkste hoeft te zijn om te kunnen winnen.
In de gevaarlijke afzink weet hij het gat weer te dichten. Op het moment dat de Via val d'Olivi overgaat in de Via Aurelia is hij er weer bij. En Kuiper gaat door.
Kuiper krijgt een gat.
Kuiper is weg.
Op de Via Roma kijkt hij achterom en ziet hij dat het goed is. Teun van Vliet wordt tweede.
Na Arie den Hartog (1965) en Jan Raas (1977) is hij de derde Nederlander die weet te zegevieren in La Primavera. Tot op de dag van vandaag is hij tevens de laatste Nederlander die dat heeft gepresteerd.