Het doel van Wellens voorafgaand aan de slotetappe was om zich het podium op te rijden en op zo’n tien kilometer van het einde zag het er naar uit dat hij daarin zou slagen. “Even zag het er goed uit toen Yates loste bergop”, vertelde Wellens tegen Sporza. “Ik was mee vooruit en toen daarna ook nog eens de broertjes Izagirre tegen de grond gingen, zag het er helemaal goed uit voor het podium. Helaas konden ze terugkomen, ondanks het feit dat Dylan Teuns en ik echt wel heel hard reden. Ze moeten dus ook wel sterk geweest zijn.”
Toch had Wellens enige kritiek op zijn grootste concurrenten. “Ik begrijp niet goed dat Yates en de broertjes Soler lieten ontsnappen en ze niet sneller op jacht gingen. Het is een beetje zot: hij telde amper een goede halve minuut achterstand en toch lieten ze hem gaan. Iedereen koerste afwachtend en zo krijg je dan Soler als eindwinnaar. Vooraf had ik getekend voor een vijfde plaats, maar met wat ik nu weet en nu ik zo dicht bij het podium eindig en zelfs niet zo ver van de eindzege, dan is die vijfde stek wel een beetje jammer. Al moet ik ook wel tevreden zijn met mijn prestatie.”