Dat België de meest dominante veldritnatie is is een gegeven. Cross is België en België is cross. Bij de mannen schalde de Brabançonne al 29 keer over de menigte na afloop van een WK veldrijden. Maar ook voor de Belgen kan het niet altijd feest zijn. Zo ook tien jaar geleden.
Lars Boom is een truienverzamelaar. Hij verzamelt een kleerkast vol Nederlandse driekleuren. En ook aan regenboogtruien geen gebrek in de garderobe van de man uit Vlijmen. In 2003 wordt Lars Boom al juniorenwereldkampioen in het Italiaanse Monopoli. En in 2007 wordt hij beloftenwereldkampioen in het veld en op de inidividuele tijdrit. Het kan niet op.
Maar de mooiste wereldkampioenstrui is zonder twijfel die van 2008. De WK veldrijden worden gehouden in Treviso. Niels Albert wordt winnaar van de beloftenwedstrijd. En ene Peter Sagan is de nummer twee in de juniorencategorie. En bij de elite mannen heeft het volgens sommigen veel weg van een reguliere wegwedstrijd.
Boom start tien jaar geleden snel. Michel Wuyts vergelijkt hem met een torpedo. Al in de eerste ronde draait hij de gashendel open, maar hij komt niet alleen weg. Sterker nog: geen enkele aanval van de Nederlander heeft het gewenste effect. Ook Zdenek Stybar en de Belgen geraken niet weg.
Maar dan komt de laatste ronde. Als de bel klinkt zijn er nog tien man bij elkaar. Als de 22-jarige Boom op één van zijn favoriete stroken een ultieme versnellling plaatst is hij weg. Definitief. Het gat wordt nooit groot, maar de turbodijen van Boom houden het vol.