Michal Kwiatkowski heeft de Clasica San Sebastián op zijn naam geschreven. In een groep van vijf, met Bauke Mollema en Tom Dumoulin, bleef de Pool Tony Gallopin en Mollema in de sprint ruim voor.
Na tien kilometer ontstond er een kopgroep, met daarbij Mickaël Delage, Loïc Chetout, Imanol Erviti, Sven Erik Byström, Ion Insausti, Christoph Pfingsten en Mathias Le Turnier. Een voorsprong van ruim vijf minuten zou het zevental opbouwen op het peloton, waar Team Sky de leiding nam. Op zo’n zeventig kilometer van het einde stak ook Svein Tuft een handje toe namens Orica-Scott. Le Turnier en Erviti zouden het langst overblijven, maar op de tweede beklimming van de Jaizkibel zat hun vluchtpoging er ook op.
Dat was voor verschillende teams het seintje om een pionnetje vooruit te sturen. Een nieuwe kopgroep van zestien man werd daardoor een feit. Enkele namen in die groep waren Laurens ten Dam, Sergio Henao, David de la Cruz, Gianni Moscon en Jelle Vanendert. De jonge Italiaan van Sky sprong weg uit die kopgroep en vergaarde een voorsprong van zo’n veertig seconden.
Maar Bahrain-Merida, Orica-Scott, Lotto Soudal en Cannondale maakten jacht op Moscon en hielden hem binnen schootsafstand. Op de gemiddeld negen procent steile Murgil Tontorra zou de beslissing vallen. Direct op de klim demarreerde Vanendert, maar hij kreeg niet direct iemand met zich mee.
Sterke Dumoulin en Mollema
Niet veel later koos Mikel Nieve toch de tegenaanval, maar het peloton liet het tweetal niet begaan. De grote mannen wachtten enigszins af, maar Landa koos op 8,5 kilometer van het einde de aanval. De enige die meekon was Gallopin, alleen Mollema kwam net voor de top terug tot aan de kop. In de afdaling wisten ook Kwiatkowski en Dumoulin nog terug te komen bij het leidende drietal.
Niemand wist in het vervolg nog weg te komen waardoor een sprint zou beslissen over de Spaanse klassieker. Daarin was Kwiatkowski verreweg de snelste. Mollema en Dumoulin strandden op de derde en vierde plek.
Foto: Cor Vos