Tijdens de tweede week van de Tour moet er meer en meer geklommen worden. Het is een week waarin Francofielen verwend worden. Het is tevens de week waarin we veel wijzer worden over de vorm van de klassementsrenners. Toch wachten er voor de sprinters ook nog een paar mooie kansen. Dit alles bespreken we in het tweede deel van de parkoersvoorbeschouwing.
Rit 8: Dole - Station des Rousses | 187,5 kilometer
Het peloton mag ook in de achtste rit weer gaan klimmen. Ditmaal met de adembenemende Jura als decor. De renners finishen aan de Zwitserse grens met uitzicht op het prachtige Meer van Genève. Als dat geen mooie plaatjes oplevert weten wij het ook niet meer...
Vanuit het lieflijke stadje Dole gaat het in zuidelijke richting naar Station des Rousses, waar voor de sportievelingen onder ons genoeg te doen is. 's Zomers is het een ideaal fiets- en wandelgebied met veel mogelijkheden tot klimmen en klauteren. En in de winter? Skiën natuurlijk!
Station des Rousses is een plek waar met name Sylvain Chavanel erg goede herinneringen aan bewaart. De Fransman, die ook dit jaar weer van de partij is met zijn ploeg Direct Energie, pakte daar een fraaie ritzege en de gele trui, die hij een paar dagen daarvoor overigens ook al droeg.
De etappe van de dag kent weliswaar andere klimmen dan in 2010, maar toch is de rit qua profiel goed vergelijkbaar. Deze etappe leent zich net als toen namelijk voor de vluchters. De Montée de la Combe de Laisia-Les Molunes is de lastigste klim van de dag. Hierop kunnen de klassementsrenners die enorm goede benen hebben misschien nog wel iets proberen. Toch lijkt dat niet heel realistisch gezien de 12 kilometer die er op de top nog resten tot de finish. Het nodigt niet echt uit om er alleen vandoor te gaan. Zeker als we ook al rekening houden met de dag van morgen.
Rit 9: Nantua - Chambéry | 181,5 kilometer
De tweede zondag van de Tour brengt de zwaarste rit tot nog toe. En wat voor één! Maar liefst drie beklimmingen van de buitencategorie staan er op het menu. Direct vanuit de start in Nantua, een plaats die we vooral kennen van de Tour de l'Ain, moet er geklommen worden. En het wordt er de rest van de dag niet beter op. Een dag dag die de mindere klimgoden liever kwijt dan rijk zijn.
Chambéry is een bekende plaats in de wielerwereld. Niet alleen mocht het al twee keer eerder de finish van een Tourrit ontvangen, het is daarnaast de thuisbasis van AG2R La Mondiale. Samuel Dumoulin heeft er zelfs een bakkerij geopend. Er zal de mannen van AG2R dan ook veel aan gelegen zijn om hier te winnen. De aangewezen man hiervoor lijkt Romain Bardet, met afstand de beste klimmer van het gezelschap. En klimmen moet je zeker kunnen om vandaag te winnen.
De Col de la Biche (10,5 kilometer aan 9%), de Grand Colombier (8,5 kilometer aan 9,9%, met een passage van 22%) en tot slot de Mont du Chat, die we nog kennen uit het Critérium du Dauphiné zijn de hoofdbestanddelen van de negende etappe. Na de afdaling wacht er nog een stuk vlakke weg richting Chambéry. De vraag is: troept het in die laatste kilometers samen of worden de ontstane verschillen alleen nog maar groter?
De vraag: kan Romain Bardet hier winnen? Jazeker. Aan parkoerskennis heeft de Fransman allereerst geen gebrek. Naast een begenadigd klimmer is Bardet ook nog eens een geweldige daler. En dalen moet je absoluut kunnen op dit parkoers. Als de aanvalslustige Bardet op de top van de Mont du Chat een gat heeft zit er zeker wat moois in voor de nummer twee van vorig jaar.
Rustdag: Dordogne
Vanuit Chambéry wordt het vliegtuig gepakt richting Dordogne. Want in plaats van aan de Alpen te beginnen, wat best logisch zou zijn, trekt de karavaan eerst de Pyreneeën in. In Bergerac mogen de renners, ploegleiders, soigneurs en wat dies meer zij genieten van een relatief rustig dagje. En waar kan dat beter dan in de Dordogne? Lekker in een bootje rondvaren of één van de vele charmante steden bezoeken; het kan allemaal.
Rit 10: Périgueux - Bergerac | 178 kilometer
Volgens Google Maps is de rit van Périgueux nog niet eens vijftig kilometer. Toch is de parkoersbouwer van de Tour de France het daar niet mee eens. Waar de twee plaatsen normaliter dienst doen als vertrek- en finishplaats van een tijdrit liggen er nu eens 178 kilometer tussen de twee bekende plaatsen in de Dordogne.
Op de Allée Lucien Videau in Bergerac zal er vermoedelijk worden gesprint. Daar bestaat eigenlijk geen twijfel over. Maar dat betekent niet dat de etappe niet de moeite van het bekijken waard is. Bereidt u zich alvast voor op vele shots van kayakkende toeristen. Andere highlights? Denk aan de grotten van Lascaux, maar ook plaatsen als Domme en Sarlat zijn populaire oorden.
Het is een behoorlijk vlakke aangelegenheid die in de laatste tachtig kilometer de loop van de rivier de Dordogne zal volgen. Goed voor de afdeling toerisme, maar waarschijnlijk iets minder gunstig voor het koersverloop. Schrijft u de Kittels, Greipels en Groenewegens van deze wereld maar op voor een vlammende sprint in de voormalige havenstad Bergerac.
Rit 11: Eymet - Pau | 203,5 kilometer
Bij het horen van de naam Pau beginnen vele wielerharten sneller te kloppen. Pau betekent namelijk 'Pyreneeën-tijd'! Helaas voor de liefhebbers van bruut klimwerk in het Frans-Spaanse gebergte kent de elfde rit amper geklommen. Voor de klassementsrenners is het een dag van kilometers malen. Eten, drinken, u kent het recept.
Vanuit Eymet, passeren de renners na dertig kilometer Marmande, een plek die onder wielerliefhebbers bekend staat als de plek waar de gewezen rittenkaper Pierrick Fédrigo het levenslicht zag. Fédrigo, intussen gestopt met wielrennen, zal ongetwijfeld langs de kant van het parkoers staan.
Op weg naar Pau komt de karavaan ook langs Labastide d'Armagnac, een eigenlijk volstrekt onbelangrijk vlekje op de kaart van Frankrijk. Maar voor wielerliefhebbers is het dorpje toch het bezoeken waard. Italië heeft de Madonna del Ghisallo, Frankrijk heeft de Notre-Dame des Cyclistes, die in het dorpje ligt. Het kerkje is ooit ontdekt door Joseph Massie, een vroom man die gek was van de koers. De kerk hangt vol met wielertruitjes van de groten der aarde.
Dan nog even over de koers. Het is dus opnieuw het geen rit voor de mannen met klimmersbenen. Net als een dag eerder in Bergerac is het woord vermoedelijk aan de sprinters. De laatste kilometers in Pau zijn nog wel gevaarlijk. Er moeten immers diverse rotondes worden genomen. Het zal dus een nerveuze bedoening zijn in de finale.
Rit 12: Pau - Peyragudes | 203,5 kilometer
Vanuit de 'hoofdstad van de Tour' duikt de karavaan nu toch echt de Pyreneeën in. Na een vlak begin is de slotfase er een om reikhalzend naar uit te kijken. De finish ligt namelijk in het bekende skioord.
De vorige (en tevens eerste) keer dat de Tour de France de aankomst in Peyragudes kende waren de bloemen voor Alejandro Valverde. El Imbatido, toen net terug van een schorsing, soleerde na een knappe solo naar de overwinning. Een emotioneel moment voor de 37-jarige Valverde, die dit jaar opnieuw zou kunnen winnen.
De rit die de renners op 13 juli voor de kiezen krijgen vertoont grote gelijkenis met de etappe uit 2012. De Col des Ares en de Col de Menté zijn omgedraaid, maar de finale komt volledig overeen. Na de loodzware Port de Balès (buitencategorie) en de Col de Peyresourde, een echte Tourklassieker, wacht nog de korte, maar lastige klim naar skioord Peyragudes.
De laatste veertig kilometer zijn loodzwaar. Na de Port de Balès wacht er dan weliswaar nog een lange, niet al te lastige afdaling, maar zodra de renners beginnen aan de Peyresourde is er geen weg meer terug. Volle bak rijden is het devies voor iedereen. Vooraan is het strijden om de eeuwige glorie, in de achterhoede is het buffelen om binnen de tijd te blijven. Voor alle renners die op tijd de streep op het vliegveld van Peyragudes passeren is het een wereldprestatie.
Rit 13: Saint-Girons - Foix | 101 kilometer
Quatorze Juillet! Op de Franse feestdag wordt er in heel Frankrijk feest gevierd. Een drinkgelag zit er voor de renners niet in, want opnieuw wacht er een pittige tocht door de Pyreneeën. De meute wordt vanuit Saint-Girons op gang geschoten. Een bekende plek in de Tour dankzij haar gunstige ligging. Saint-Girons is namelijk de ideale uitvalsbasis voor een flinke tocht door de Pyreneeën.
Finishplaats Foix is niet alleen bekend vanwege passages van La Grande Boucle. De grootste toeristische troef van de plaats waar zo'n tienduizend mensen wonen is het middeleeuwse kasteel dat boven de stad uittorent.De rit is absoluut geen lange. Met 101 kilometer is het zelfs de kortste rit in lijn van deze Ronde van Frankrijk. Toch is het een loeizware onderneming. De Col de Latrape, de Col d'Agnes en de Mur de Péguère zijn drie beklimmingen van eerste categorie. Vooral de laatste zou wel eens voor slachtoffers kunnen zorgen. In de laatste drie kilometer van de Mur de Péguère zijn er steile passages van boven de achttien procent.
Na de laatste beklimming gaat het in dalende lijn richting de finish. In die 25 kilometer is er voor de Tourpretendenten gelegenheid om nog wat achterstand goed te maken. In Foix wacht er vervolgens een vreemde finish. Op 200 meter van de meet moet er immers nog een u-bocht worden genomen. Als er een klein groepje om de bloemen mag strijden zal deze terugdraaiende bocht cruciaal worden.
Met deze etappe komt er een einde aan de tweede koersweek in de Tour de France. In het derde deel van de vooruitblik op het parkoers verruilen we de Pyreneeën voor het Centraal Massief en de Alpen. Hoe zwaar is de allesbeslissende laatste week? U leest het morgen.
Foto's: Cor Vos