Natuurlijk is één van de vele charmes van het wielrennen dat het zo toegankelijk is: je kunt gewoon langs de weg gaan staan en je ziet je helden langskomen. Daarin is de wielersport uniek. Dat is mooi, maar ook wel gek: noem één andere sport waarbij je de grootste sterren gratis live in actie kunt zien?
De Giro-organisatie verandert daar nu, noodgedwongen, iets aan. Vanwege de corona-pandemie besloten ze om zaterdag maar 1000 mensen toe te laten op de Monte Zoncolan, tegen betaling. Een kaartje (inclusief kabelbaan omhoog en naar beneden) kostte 10 euro en ze waren binnen 12 minuten uitverkocht.
Is deze door corona ontstane situatie een blessing in disguise en de toekomst voor het wielrennen? De wielersport heeft namelijk niet echt een verdienmodel en is - steeds meer - afhankelijk van bedrijven of dubieuze sjeiks die er hun geld insteken, maar daar ook zo weer mee op kunnen houden. Continuïteit is daarmee lastig te waarborgen.
Veel wielervolgers pleitten daarom ervoor om ticketing iets blijvends te maken in de wielrennerij. Niet bij elke doorkomst in ieder lullig Frans plaatsje tijdens de Tour, maar wel op bergtoppen. Maak er een echt dagje uit van, misschien nog met een leuke juniorenkoers voor de profs langskomen (hoe gaaf zou dat zijn voor jonge fietsers, win-win!).
Belangrijk daarbij is wel dat het geld niet (alleen) bij organisatoren als de ASO terechtkomt - vooral bij de ASO stroomt het geld toch wel binnen - maar ook bij de ploegen. En uiteraard moeten er geen idiote bedragen gevraagd worden die je bijvoorbeeld moet neertellen voor een wedstrijd in de Champions League.
Onder andere Bas Tietema en Thijs Zonneveld zien het in ieder geval wel zitten! Is dit inderdaad de toekomst van het wielrennen?
- Cor Vos