Column | Waarom Koen Bouwman 20 jaar geleden een rondvaart door de grachten had gekregen (en het goed is dat hij die nu niet krijgt)
Onze redacteur neemt aan de hand van de prestatie van Koen Bouwman in de Giro de progressie van het Nederlandse wielrennen van de afgelopen jaren onder de loep. We zijn verwend...
De voorpagina's van het AD en De Telegraaf hadden die blonde krullen een prominente plaats gegeven (nou oké, de voorpagina's van de sportkaternen dan), bij de Jumbo had je roze Koenkoeken of iets dergelijks kunnen aanschaffen. We hadden een rondvaart door de Amsterdamse grachten voor 'm georganiseerd. Bouwmania in het land!
Een 27-jarige renner bijna in de top 10 van een grote ronde finisht - hij had er gestaan als hij niet af en toe had moeten wachten op ploeggenoten George Bennett of Tobias Foss; de Nederlandse wielerfan was er zo'n 20 jaar geleden niet over uitgepraat geraakt.
In die tijd reed Michael Boogerd nog wel eens een klassement, maar hijzelf en wij hadden allang door dat hij niet de nieuwe Joop of Jan was. In de klassementen speurden we naar jonge Nederlanders. Steeds verder naar beneden. En daar zagen we dan Marc Lotz staan. 31e. En nog jong genoeg!
Wat is er veel veranderd in de afgelopen twee decennia. Koen moet het nu met z'n 12e plek in het algemeen klassement - en de laatste dagen klimt hij met de wereldtoppers mee - doen met een 'goed gedaan, hoor'. Misschien stuurt de burgemeester van Ulft, de geboorteplaats van Bouwman, nog een gelukstelegram. Maar dat is het dan wel zo'n beetje.
Geen grote krantenstukken over hoe Koen volgend jaar het kopmanschap in de Tour moet krijgen. 27 nog maar, hij kan nog minstens vijf keer de Tour winnen! Joop, Jan en Koen, dat klinkt goed! Koen hoeft in een talkshow niet aan Beau of Paul de Leeuw uit te leggen hoe een klikpedaal werkt. Koen kan lekker thuisblijven.
We zijn de afgelopen jaren door Bau, Lau, Robert, Steven, Wilco, Tom, Wout (en waarschijnlijk vergeet ik er nog wel een paar..) wat verwend geraakt. Thymen staat ook alweer te trappelen. En dan is er natuurlijk nog Mathieu. Niet voor klassementen in grote rondes, maar wel voor al het andere dat ongemotoriseerd op twee wielen plaatsvindt.
Een beetje sneu voor Koen, want hij rijdt echt een heel knappe Giro - laat dat dan hier gezegd zijn - maar ik denk dat hij het zelf ook wel prima vindt. Er zijn al genoeg Nederlandse klassementsrenners (bijna) kapot gegaan aan (te) hoge verwachtingen van ons immers.
- Cor Vos