Begin 2020 vertelde de huidig-renner van Intermarché Wanty Gobert over zijn ervaringen in het noorden van Frankrijk. "Parijs-Roubaix is helemaal geen fietswedstrijd meer. Aart Vierhouten zei me eens: ‘Parijs- Roubaix is een avontuur van A naar B.’ Je krijgt zoveel rotzooi om je heen en al die stroken zijn loodzwaar om overheen te fietsen. In tegenstelling tot de Ronde van Vlaanderen zijn de eerste twee uur direct volle bak. Je bent al naar de kloten en dan begint het pas. En dan die kasseienstroken..."
Al van kleins af aan blijkt Van der Hoorn liefhebbers te zijn van de keienkoers. "Als jonge ventje vond ik het al mooi om naar te kijken. Voor mijn eerste Roubaix stond het nog op gelijke hoogte met de Ronde, maar na Roubaix wist ik zeker dat het mijn droomkoers is. Eigenlijk zijn alle stroken ruk, ook die van drie en vier sterren. Van de drie bekendste stroken vind ik Mons-en-Pévèle gaan, maar daar zit wel het nodige hoogteverschil in. Carrefour en Het Bos zijn het slechtste."
Hoe ga je het makkelijkst over de kasseien heen? "Om over kasseien te rijden moet je een beetje achteroverleunen en je stuur niet te strak vasthouden. Als je krampachtig fietst dan krijg je overal last van. Blaren op mijn handen heb ik nog niet meegemaakt, maar je hebt wel het gevoel dat je de hele tijd een wasmachine hebt vastgehouden die op achthonderd toeren aan het rammen was."
Dit interview met Van der Hoorn komt uit onze voorjaarsgids van 2020.
- Cor Vos