Analyse: het Tim Merlier-vraagstuk voor Alpecin-Fenix

'Team' en een emoticon met hartjesogen. Dat schreef Mathieu van der Poel boven zijn Strava-ritje na de Amstel Gold Race. Dat team hield Van der Poel in de beginfase inderdaad vakkundig uit de problemen, maar na de eerste schifting stond de Nederlander er alleen voor. Niet voor het eerst dit jaar.

Na de Cipressa zat Van der Poel in Milaan-Sanremo in zijn eentje, in de Ronde van Vlaanderen was Gianni Vermeersch in orde en was de breedte van de ploeg van minder belang, maar in de Amstel Gold Race zat Van der Poel nog vóór de Keutenberg alleen.

Van der Poel had gezien zijn wattages niet z'n beste dag, maar een mannetje extra in aanloop naar de voet van de Keutenberg was geen overbodige luxe geweest. Dat hij er na die helling in zijn eentje voorstaat, is niet gek. Op INEOS Grenadiers na was er immers geen enkele ploeg met meer dan twee renners vooraan. Daar dient bij aangetekend te worden dat andere ploegen toppers thuis lieten en dat Alpecin-Fenix met zo'n beetje de beste ploeg mogelijk startte in Limburg.

Christoph Roodhooft vertelde eerder dit jaar dat het tijd wordt om te oogsten voor Van der Poel. Daarbij horen geen doldrieste aanvallen meer van tachtig kilometer van de meet. Geen Kuurne-Brussel-Kuurne 2021-acties meer.

Het oogsten gaat na zijn terugkeer naar behoren, maar wel in man-tegen-man-duels. Waar in voorgaande jaren vooral naar Quick Step-Alpha Vinyl gekeken werd als sterk blok, daar zijn er dit jaar meerdere blokken sterk vertegenwoordigd in finales. Denk aan Bahrain-Victorious, Groupama-FDJ, INEOS Grenadiers en natuurlijk Team Jumbo-Visma.

Die laatste ploeg heeft de standaard gezet met het aantrekken van Laporte en Benoot. Voor de Ronde van Vlaanderen had de ploeg ongeluk met het wegvallen van Van Aert. Er werd toen zelfs gezegd dat dat ongunstig zou zijn voor Van der Poel, maar is Van Aert nog wel een bondgenoot van Van der Poel?

Voorgaande jaren streden ze beiden tegen de overmacht van het Quick Step-blok, maar hoe zal dat nu zijn met Laporte en Benoot die tot diep in de finale mee kunnen? Dan gaat Van Aert natuurlijk niet blind meerijden met Van der Poel en bijvoorbeeld Pogačar. Vroeg of laat gaat het Van der Poel opbreken dat hij het te allen tijde van man-tegen-man-gevechten moet hebben.

Tim Merlier won dit seizoen in zowel de Giro d'Italia als de Tour de France een etappe. In Wieler Revue nummer zes praat hij uitgebreid over zijn snelle ontwikkeling als sprinter.

Bekijk ook

Interview | Tim Merlier: 'Ik vind mezelf helemaal nog niet bij de absolute top horen'

Daarom komt die andere kopman in beeld: Tim Merlier. Het contract van de topsprinter loopt na 2022 af. De Roodhooft-broers hebben Merlier opgepikt toen niemand hem wilde hebben en hebben van hem in razend tempo een veelwinnaar gemaakt. Daarom zou het extra pijn doen om hem te laten gaan, maar is dat in dit geval niet de juiste oplossing? Soms moet je immers harde beslissingen nemen.

Door zijn succes zal Merlier opties te over hebben en daardoor zit hij in een goede onderhandelingspositie. Meer dan een miljoen zou hij toch wel kosten, vertelde José De Cauwer onlangs bij Sporza. Een bedrag waarmee je de klassiekerkern rondom Van der Poel ook flink zou kunnen versterken.

We pretenderen niet de waarde van alle renners te kennen, maar daar moeten toch minstens twee goede versterkingen van het niveau Dylan Teuns en Søren Kragh Andersen van gehaald kunnen worden. Met die eerste haal je ook meteen een goede kopman binnen voor de heuvelklassiekers. Met een beetje geluk kun je ook nog een jonge tweede sprinter aantrekken. Iemand als David Dekker of Jensen Plowright (opleidingsploeg Groupama-FDJ).

Bovendien lost het nog een potentieel probleem op: de kwestie Philipsen-Merlier. Complimenten hoe ze dat managen bij Alpecin-Fenix, want het is nog nooit écht misgegaan. Maar de situatie met twee sprintkopmannen – regelmatig in dezelfde koers – is verre van ideaal. Onlangs in Gent-Wevelgem zagen we dat er geen keuze werd gemaakt tussen beiden en mede daardoor wist de kopgroep met winnaar Girmay weg te blijven.

Philipsen gaat zijn contract bij Alpecin-Fenix volgens Het Nieuwsblad sowieso met twee jaar verlengen. Hij zou dan de onbetwiste nummer één sprinter van de ploeg moeten worden. Philipsen is pas 24 jaar en er is nog genoeg tijd om zich door te ontwikkelen, maar vooralsnog laat hij vooral zien dat hij in de sprint tot de wereldtop behoort. En (nog) niet in het klassiekerwerk, zoals hem werd toegedicht toen hij prof werd.

Eén groot nadeel: mocht je Merlier laten gaat, geef je een hoop punten voor de UCI-ranking op, maar met Van der Poel en Philipsen heeft Alpecin-Fenix genoeg troeven om punten binnen te halen. Bovendien zullen ze zich bij Alpecin-Fenix met Van der Poel in de ploeg sowieso weinig zorgen hoeven te maken over startrecht in grote wedstrijden.