Romain Bardet waarschuwt collega's: 'Ik weet niet hoe de rest erover denkt, maar ik vind de openingsweek van de Tour de France heel eng'

De start in Denemarken, de punchersetappes in Frankrijk en de kasseien van Arenberg boezemen Romain Bardet angst in. Hij voorspelt dat die etappes slachtoffers gaan eisen onder de klassementsrenners.

Bardet
  • Afbeelding van Romain Bardet Romain Bardet

De Tour de France begint vrijdag over twee weken met een tijdrit in Kopenhagen. Zeker als er wind staat, volgen er nog twee zeer nerveuze sprintersritten in Denemarken. Eenmaal terug in Frankrijk zal de nervositeit niet afnemen, want in de eerste week wacht onder meer nog een etappe over kasseien.

Romain Bardet, die na zijn gedwongen opgave in de Giro d'Italia ook start in de Tour de France, kijkt er niet bepaald naar uit, vertelt hij in gesprek met L'Équipe. "Ik weet niet wat de rest ervan vindt, maar ik vind het eng. Na drie of vier dagen gaan er al kopmannen thuiszitten. De wind, kasseien en nervositeit. Ik weet niet wat ik ervan verwachten, maar het zal oorlog zijn."

Eén voordeel voor de kopman van Team DSM: hij zal het niet erg vinden tijd te verliezen, want hij gaat in Frankrijk niet voor een klassement. "Ik wil elke etappe rijden als een eendagswedstrijd. Ik ben niet geobsedeerd door het rijden van een goed klassement. We hebben een aanvallend team en daarmee willen we alle kansen grijpen."

Uiteraard kwam ook de Giro d'Italia nog ter sprake. In de eerste fase van de ronde maakte hij zelfs een betere indruk dan de uiteindelijke winnaar Jai Hindley. Alleen werd Bardet ziek. "Ik vond het een ingewikkelde periode. Toen ik thuiskwam heb ik het virus ook nog doorgegeven aan mijn familie. Het is verschrikkelijk om je doelen op deze manier door je vingers te voelen glippen, want ik voelde het ook helemaal niet aankomen."

Toch is Bardet bekend met het virus, want eerder heeft hij hetzelfde al onder de lede gehad. Niet één keer, maar twee keer eerder. Hij is dan ook bang dat het zomaar nog eens kan opspelen. "Het was de derde keer. Eerst met Kerst, daarna begin maart en nu in de Giro. We proberen met het team te achterhalen waarom ik het zo vaak heb en hoe we dat kunnen veranderen."