Het wordt met de wedstrijd moeilijker om het rennersprofiel van Remco Evenepoel in te schatten. De ene wedstrijd acteert hij als een verpletterende monstertruck. Wie nog maar denkt aan tegenstand bieden wordt compleet in de vernieling gereden. Nauwelijks een wedstrijd later is die monstertruck omgebouwd tot een krasselend vorkliftje. Zuchten en puffen, kreunen en steunen, afhaken en definitief kraken.
Het is vreemd, voor een renner die als een wervelwind het profpeloton bestormde. Men vergeet in deze online tribunaaltijden erg snel, maar wat Evenepoel in zijn debuutjaar 2019 en in 2020 deed was ronduit verbluffend.
Hij won als jonkie zware etappewedstrijden van een week, tegen pittige tegenstanders. Voorbeelden? De Ronde van Burgos, tegen Landa, Simon Yates en Carapaz. De Ronde van Algarve, tegen Schachmann, Lopez en Mollema. De Ronde van Polen, tegen Fuglsang, opnieuw Simon Yates en Majka. Renners met renommé, rondewinnaars, truienwinnaars of vaste podiumklanten. Toen zelfs nog meer dan nu.
Ook de manier waarop hij won was tekenend. Niet zomaar winnen, eerder vermorzelen. Hoe hij Victor Campenaerts – net werelduurrecordhouder – helemaal choco reed in de Baloise Belgium Tour is onvergetelijk. Hoe hij in de Ronde van Polen de verzamelde krachten van Fuglsang, Yates en Majka overpowerde en bijna twee minuten uitliep, was sinds lange tijd ongezien.
Offdays hadden we twee jaar lang niet gezien van hem. Alles lukte. De verwachting dat die knaap van 20 ooit de Giro, Tour of Vuelta zou winnen, was meer dan terecht. Het was een kwestie van tijd. De wielerwereld verwachtte het. Hijzelf en zijn ploeg ook.
Tot zijn doodsmak in de Ronde van Lombardije. Het herstel verliep moeizaam, de comeback met horten en stoten. Het leverde een wisselvallig 2021 op, met een Evenepoel die plots toch kwetsbaar bleek. Hij pompte zichzelf op voor prachtprestaties in de Giro en de Olympische Spelen, maar faalde. Het najaar was mooi maar niet outstanding, zoals we van hem gewoon waren.
2022 zou het jaar van de definitieve wederopstanding worden. Na tikken en tikjes in Tirreno-Adriatico en de Ronde van het Baskenland, daverde de monstertruck effectief in Luik-Bastenaken-Luik. Als de wedstrijd tien keer zou gereden worden, zou hij ook tien keer winnen. Verschroeiend sterk, niets tegen te beginnen.
Hetzelfde scenario in de Ronde van Noorwegen, weliswaar tegen een vrij matig deelnemersveld. En dus was hij meer dan klaar voor een hoofdrol in de Ronde van Zwitserland. Valt dat even tegen. Hij wordt op minuten gereden. Door Vlasov. Door Fuglsang ook. Door Geraint Thomas. Bij momenten krabbelend en harkend.
Het gekke is dat hij die mannen met zekerheid aankan. Zeker in rittenkoersen van een week. Een Evenepoel zonder offday geselt het hele peloton. En toch lukt dat niet meer constant, zoals in 2019 en 2020. Het is moeilijk om oorzaken te zoeken en te vinden.
Aan zijn talent ligt het niet. Hij haakt in Zwitserland af op beklimmingen waar hij twee jaren geleden ‘lachend’ zou wegrijden. Aan een gebrek aan ervaring ook niet. Ondanks zijn 22 jaar heeft hij vermoedelijk de meeste meerdaagse rittenwedstrijden gewonnen van het hele pak. Met zwaardere of lichtere parkoersen, het deerde hem niet.
Een plotse vormdip dan? Mogelijk. Wout van Aert walste over iedereen heen in de Tour of Britain, de week voor het WK in Leuven. Op het WK zelf moest hij zich neerzetten toen Alaphilippe wegvleugelde.
Of zit het dieper, in gewijzigde trainingsmethodes? Evenepoel werkte keihard op kracht, op explosiviteit, op dalen… Nodig uiteraard. Maar zou daardoor hetgene wat hij als het ware ‘spontaan’ goed kan – snoerhard klimmen op een gelijkmatig tempo - een kwalijke weerbots krijgen?
De vraag die zich onvermijdelijk stelt is of Evenepoel bij Quick Step op de juiste plaats zit om zijn Ronde-ambities na te jagen. Zou men bij rondeploegen UAE, Jumbo-Visma, Ineos of Movistar anders met de Kannibaal van Schepdaal omgaan? Wellicht wel. Evenepoel verklaart dikwijls dat hij goed zit bij de Wolfpack, en daar is niets mis mee. Maar hij mag niet vergeten dat ook andere ploegen roedels zijn, die voor elkaar vechten. Moet hij daar weg? Niet noodzakelijk, maar de wielerwereld is groter dan Quick Step.
Kan Evenepoel de Tour, Giro of Vuelta winnen? Het antwoord is momenteel niet nee en niet ja. Hij is simpelweg te jong om hierover te oordelen. Voortdurende vergelijkingen met Pogacar zijn zinloos. Er is maar één Pogacar. Een fenomeen waarvoor je al bijna 50 jaar moet terugkijken in de wielerhistorie om nog zo iemand te vinden.
Indurain was 27 toen hij voor het eerst de Tour won. Armstrong 28. Contador 25. Froome 28. Nog even doorgaan? Laat de jonge Belg rustig aftasten wie hij is en over enkele jaren weten we meer…
- Cor Vos