"Ik heb met veel plezier gewerkt bij de profs van Team Sunweb en dat doe ik nu ook als jeugdbondscoach bij de KNWU. In de jeugd is het meer onbevangen. Er heerst een totaal andere dynamiek, omdat ze in een andere levensfase zitten. Je bent bezig die jonge renners voor te bereiden op een eventueel bestaan als profrenner, maar je bent ook - meer dan bij de profs - bezig met die jongens op te leiden als mens."
"Internationale wedstrijden zijn geen veredelde jeugdkampen, maar er zit wel zo’n element in. In de juniorenkoers Pays de Vaud verbleven we in een jeugdherberg en sliepen de renners met z’n zessen op een kamer. Ze worden goed verzorgd en komen weinig te kort, maar is zoiets ideaal? Voor het herstel misschien niet. Tijdens de Vredeskoers rond 4 mei verbleven we dicht bij een concentratiekamp. Als er tijd is, vind ik het goed om naar zoiets toe te gaan. In de Pays de Vaud zijn we op een wedstrijddag naar het olympisch museum in Lausanne geweest. Als topsporter is het misschien beter om op bed te liggen, maar de renners worden wel geïnspireerd. Dat maakt het dubbel en dwars waard."
"Ik probeer niet met een te smalle selectie te werken. Ik verdeel de plekken. Enkel op het EK, WK en in de Tour de l’Avenir selecteer ik de allerbeste ploeg. Ik wil ook plekken openhouden voor renners als Roel van Sintmaartensdijk van VolkerWessels. Hij heeft het moeilijk gehad in de coronaperiode en lang geen volwaardig programma gereden, maar maakt mooie stappen. Ik ben ook niet bang dat het gat tussen de opleidingsploegen van Jumbo-Visma en Team DSM te groot wordt ten opzichte van continentale teams als Metec en VolkerWessels. Natuurlijk zijn er meer mogelijkheden bij profploegen, maar die continentale teams hebben óók een belangrijke functie in de opleiding."
"Iemand als Thymen Arensman reed bij SEG en kwam snel, maar Gijs Leemreize is als belofte bij een club begonnen. Koen Bouwman was ook geen hoogvlieger. Dat houd ik renners voor. Doordat een Leemreize lang voor een wielerclub heeft gereden, heb ik hem vorig jaar nog meegenomen naar de Tour de l’Avenir. Ondanks dat hij al prof was. Daar ben ik in principe terughoudend in, maar bij Leemreize keek ik puur naar zijn ontwikkeling.
"We vinden het belangrijk dat die jongens finales blijven rijden. Hetzelfde geldt voor Casper van Uden. Hij kon vorig jaar al prof worden. Daarover heb ik het met hem gehad. Ik dacht dat het waardevoller was om in het beloftecircuit te blijven. Puur om finales te leren rijden. Ik adviseer ze de tijd te nemen. Je hebt voorbeelden als Evenepoel, maar ook een Marco Brenner. Een groot talent die jong prof werd en er bij de profs voorlopig niet aan te pas komt, terwijl hij geweldige jaren bij de beloften had kunnen hebben."
"De belofteploeg moet ik dit seizoen opnieuw opbouwen, want de kern van vorig jaar stapte over naar de profs. Zeker wat klimtalent zitten we niet breed bij de beloften. Is dat gevolg van beleid? Moeilijk te zeggen, maar met CyclingClassNL kijken we wat beter kan en hoe we via een intensievere opleiding meer toppers kunnen afleveren. Bij de junioren zit er een aantal goede renners aan te komen. Max van der Meulen en Menno Huising behoren internationaal tot de top vijf van de wereld, maar let ook op Mees Vlot, Viego Tijssen en Thom van der Werff. De grootste bedreiging? Dat renners die niet voor CyclingClassNL worden uitgekozen denken: wat heeft het nog voor zin? Die ontwikkeling moeten we óók goed in de gaten houden."
- Photo Anton Vos/Cor Vos © 2019