In gesprek met de Algemeen Dagblad-podcast In het Wiel vertelt ze onder meer hoe ze fysiek in elkaar steekt en dat ze een paar jaar terug een sportgerelateerde DNA-test heeft gedaan om na te gaan wat haar sterke en zwakke punten zijn in het wielrennen. Eén van die sterke punten is meteen haar 'zwakke' punt.
Van Vleuten kan namelijk in volle inspanning heel veel lactaat aanmaken, maar tegelijkertijd kan de renster van Movistar die lactaat moeilijk 'opruimen.' "Op de baan (Van Vleuten reed achtervolgingen, red.) kan ik niet twee keer goed zijn op één dag, omdat ik die eerste keer dan zoveel lactaat aanmaak. Dat kwam ook naar voren uit die DNA-test: ik kan veel lactaat aanmaken maar heb ook een hoog gehalte spierschade. Dat was de reden dat ik op de baan niet twee keer goed kon zijn."
Een logische vervolgvraag is dan: hoe kun je op de weg de opeenvolgende inspanningen wél leveren als je minder snel herstelt? "Ik heb lang gedacht dat ik geen renster zou zijn voor etappekoersen. Daar leek het eerst ook op, maar dat heeft Louis (trainer Louis Delahaije, red) weerlegd. Hij zei: we gaan jouw fitheid zo hoog maken dat je eigenlijk maar zelden in die lactaatzone komt. De aerobe drempel zo hoog leggen dat je niet in die rode zone komt. Met het aantal trainingsjaren neemt je herstel bovendien ook wel toe. Ik had gewoon wat meer jaren nodig."
Op een bepaalde leeftijd neemt het herstel uiteraard ook weer af, maar ondanks haar veertig jaar merkte Van Vleuten er nog weinig van. "Ik merk nog steeds niet dat het afneemt. Ik had gedacht dat ik dat zou merken. Het enige wat ik merk aan ouder worden, is dat mijn explosiviteit afneemt. De 1 en 2-minuten waarden. Op de Cauberg de Amstel naar mijn hand zetten, wordt steeds moeilijker. Maar als er een doel voor me ligt..."
- Photo: Alex Whitehead/SWPix/Cor Vos © 2022