Hij reed twee keer de Tour de France en een keer - afgelopen augustus zelfs - de Ronde van Spanje in dienst van Team DSM. Maar voor Joris Nieuwenhuis is het niet weggelegd. Hij maakte bekend weer (volledig) over te stappen naar de cross en rijdt nu voor Baloise-Trek Lions, het team van Sven Nys.
Bij de wereldbeker van Maasmechelen reed al goed van voren en werd uiteindelijk door pech teruggeslagen, maar het begin is er. Tegenover Sporza legde hij uit waarom hij z'n contract bij DSM inleverde en weer voltijdscrosser is vanaf nu.
"Ik had wat moeite met het gedrang op de weg en met de lengte van de wedstrijden. In het peloton dacht ik heel vaak: "Wat zit ik hier te doen?" Ik merkte dat ik er niet gelukkig van werd en dat ik iets anders wou."
En dat iets anders is dus z'n oude liefde de cross geworden, ook omdat Nieuwenhuis meer tijd wil hebben voor maatschappelijke projecten.
"Daar heb je maar weinig tijd voor als je op de weg rijdt, want je bent het hele seizoen onderweg. Als wegrenner ben je niet enkel drie weken aan het fietsen in de Vuelta, maar bereid je jezelf ook vier weken voor op die Vuelta."
"Als je in mijn geval ook nog eens het voorjaar rijdt, ben je eigenlijk het hele jaar weg. Ik zag dat niet meer zitten. Daarom heb ik beslist om terug te keren naar het veldrijden. Nu ben ik maar één dag weg van huis om een veldrit te rijden, dat zie ik wel zitten."
Sven Nys
Sven Nys, de grote man bij Baloise-Trek Lions, ziet het helemaal zitten in Joris Nieuwenhuis als aanwinst voor zijn ploeg. "Ik begin stilaan te geloven dat we met Joris een tweede man (naast Lars van der Haar, red.) hebben die dit seizoen vooraan zal meedoen."
"Joris is iemand die van nature veel explosiviteit heeft door het BMX'en. Daarom liggen crossen zoals Namen en de Koppenberg hem heel goed. Door de vele wegkoersen is Joris die explosiviteit wat kwijt. Trainer Paul Van den Bosch is daar nu enorm op aan het werken om op korte termijn iets te creëren met Joris. Dat is een heel mooie uitdaging. We zullen de komende weken nog veel plezier beleven aan Joris."
- Photo: Anton Vos/Cor Vos © 2022