De statistieken van Lorena Wiebes over het afgelopen seizoen zijn meer dan indrukwekkend. De Zuid-Hollandse was in 2022 maar liefst goed voor 23 overwinningen, waaronder twee etappes in de Tour de France Femmes en het Europees kampioenschap op de weg.
Alle reden voor ons om de sprintkoningin van het vrouwenpeloton eens uitgebreid te interviewen. De weergave van dat hele gesprek vind je in ons meest recente nummer (de vrouwenspecial, hier te bestellen), maar hier lees je enkele fragmenten uit het interview.
Doorbraak
Zo legden we haar voor of dit seizoen voelde als haar echte, echte doorbraak naar de absolute wereldtop. "Dat gevoel had ik al in 2019 toen ik Nederlands kampioen werd. Ik reed in die tijd voor Parkhotel Valkenburg en had een goed seizoen achter de rug. Die rood-wit-blauwe trui voelde alsof ik er vanaf dat moment echt bij hoorde."
"Ik ben inmiddels stabieler in de sprint. Als het nu op een massasprint aankomt win ik heel vaak. Dus in die zin kan je zeggen dat ik nu echt doorgebroken ben. Voor dit seizoen heb ik een lijstje gemaakt met doelen en die zijn allemaal behaald. Heel bijzonder eigenlijk."
WK
Wiebes werd met dank aan de Nederlandse ploeg Europees kampioene op de weg in München. Voor het WK in Australië werd ze niet geselecteerd. Ze had er zelf wel heen gewild, niet eens om zelf te winnen.
"Ik was graag naar het WK gegaan om iets terug te doen voor de nationale ploeg. Ze hebben mij tijdens het Europees kampioenschap zo goed ondersteund, dat ik graag de ploeg wilde helpen in Australië. Maar de bondscoach heeft uiteindelijk een andere keuze gemaakt en die begrijp ik."
SD Worx
Waar Wiebes wél heen gaat, is een nieuwe ploeg. Tijdens de Tour kwam naar buiten dat ze van DSM naar SD Worx verkast. Ze had in haar contract staan dat ze bij positieverbetering kon vertrekken.
"Soms is het een cliché maar ik was echt op zoek naar een nieuwe uitdaging en ik heb het gevoel dat ik me bij SD Worx nog beter kan ontwikkelen. Het is een heel goede tijd geweest bij DSM, ik heb hier echt stappen gemaakt en veel geleerd, maar het is ook duidelijk dat ik een nieuwe stap wilde maken.”
Gevraagd naar wat die nieuwe stap dan is, zegt Wiebes dat ze vooral beter bergop wil leren rijden. “Ik wil niet alleen massasprints winnen maar ook in de zwaardere wedstrijden meedoen voor de zege. Ik wil sterker worden zodat ook de klassiekers binnen mijn mogelijkheden komen."
Aan welke koersen denkt Wiebes dan? "Wedstrijden als de Ronde van Vlaanderen en de Amstel Gold Race spreken me erg aan. Bij SD Worx hebben ze net even wat meer rensters die mij die uitdaging kunnen bieden in trainingen maar ook in wedstrijden. Daarnaast speelde ook mee dat DSM vrij veel junioren aanneemt komend jaar. Voor mij maakt dat het lastiger omdat je die meiden veel druk oplegt als ik aan de start sta. Er moet dan namelijk altijd gewonnen worden."
Kopecky
We vroegen Wiebes ook het srpintveld te beschouwen. Wie zijn haar concurrenten (heeft ze die wel?) en rijdt er komend seizoen niet eentje bij haar in de ploeg?
"Op het EK zagen we dat Elisa Balsamo heel dichtbij kwam en ik denk ook dat zij mijn grootste rivaal is in de sprint. Zeker als het gaat om de wat lastiger koersen dan is Balsamo een gevaarlijke klant. Daarnaast heb je natuurlijk ook nog Marianne Vos. Haar topsnelheid is wellicht iets minder maar na een zware koers is zij heel erg rap."
De concurrente binnen het eigen team is natuurlijk Lotte Kopecky, maar Wiebes denkt dat het zo'n vaart niet zal lopen.
"Het is allemaal nog niet in detail besproken maar ik denk dat we mekaar heel goed kunnen aanvullen. We zitten elkaar niet in de weg omdat ik op dit moment nog de pure sprintster ben, terwijl Lotte ook de zwaardere koersen ambieert. Ik gun mezelf nog de tijd om daarin te ontwikkelen. Als ik over vier jaar kan meedoen voor de overwinning in de Ronde van Vlaanderen ben ik tevreden. Volgend jaar is echt nog te vroeg."
Gymnastiek en voetbal
Wat bij Wiebes opvalt, is dat ze er echt uitziet als een sterke, allround atleet. Ze legt uit hoe dat zit en hoe ze in het wielerwereldje is terechtgekomen.
"Het is allemaal met m’n vader begonnen. Die deed aan triatlons en door hem ben ik bij een club gaan fietsen. In het begin had ik eigenlijk helemaal geen interesse in het wielrennen. Maar toen ging ik een beetje veldrijden en dat ging erg goed. Op de weg koersen vond ik in het begin helemaal niks. Als eerstejaars nieuweling is dat omgeslagen en kon ik goed mee op de weg."
Maar Wiebes deed ook veel aan andere sporten in haar jonge(re) jaren. "Ik ben als kind begonnen met acrobatische gymnastiek en dat heeft me zeker gevormd tot hoe ik nu ben als renster. Daarna ben ik nog even gaan voetballen en ook daar was ik vrij snel en had ik veel explosiviteit. Ik had weinig angst maar daardoor werd ik wel vaker onderuit getrapt. Ik vond dat ik te vaak blessures opliep met voetbal en toen ben ik definitief overgestapt naar het wielrennen."
- Photo: Anton Vos/Cor Vos © 2022