Interview | Roy Curvers: 'De nieuwelingen van nu zijn de beloften van tien jaar geleden’

In Nederland zijn we de laatste jaren verwend met topprestaties, maar kan de opleiding de hoogtijdagen voortzetten? Roy Curvers daarover.

La Vuelta ciclista a Espana 22-15

"Ik ben in 2019 gestopt als wielrenner en ben gelijk aan de slag gegaan bij de opleidingsploeg van Team DSM. Dat heb ik twee jaar gedaan en nu ben ik betrokken bij de sprinters van onze hoofdmacht. Wat ik bij de belofteploeg erin heb willen krijgen, is dat renners leren samenwerken. Als junior moet je nu meer trainen dan tien jaar geleden. Daarin moet je een goede balans vinden. Je wil die gasten niet overvragen en de trainer, diëtist, en krachttrainer tegelijkertijd op ze afsturen. De sleutel daarin is samenwerking. Samen een plan maken om de beste versie van jezelf te kunnen worden."

"Een goed voorbeeld is Thymen Arensman. Hij was fysiek al goed, maar kon op andere vlakken nog resultaat boeken. Ondanks zijn crossverleden was hij niet zo vast op zijn fiets. Daaraan zijn we gaan werken. We hadden hem ook meteen harder kunnen laten trainen en dan had hij fysiek er misschien eerder gestaan, maar wij wilden eerst aan zijn techniek werken. Om tot zo’n stappenplan te komen, moet je samenwerken. Die jonge gasten willen naar een windtunnel om aan hun aerodynamica te werken, maar kunnen ze hun kracht overbrengen in de ideale positie? Daar gaat een saai voortraject van coretraining aan vooraf. We waken ervoor geen stappen over te slaan."

"In het begin leiden we breed op, want je moet alle facetten van de sport tot op een bepaald niveau beheersen. De eerste- en tweedejaars geven we daarom een gevarieerd programma. Die rijden waaierkoersen, bergop en over kasseien. Hoe dichter je tegen de profs aanzit, hoe specifieker het wordt. Onze scouts kijken al rond bij de nieuwelingen. De nieuwelingen van nu zijn de beloften van tien jaar geleden. Junioren leven als een prof."

"In Nederland zorgt CyclingClassNL voor een professionalisering. Op zich een goede zaak, want het leidt tot betere ontwikkeling van talenten. Maar het gevaar is dat renners die buiten de boot vallen geen kans meer krijgen. Daar moeten we goed op letten. Dat het te serieus is op jonge leeftijd geloof ik niet. Plezier is heel belangrijk, maar serieus ervoor leven en plezier hebben kunnen prima samengaan. Jumbo-Visma heeft het mede opgezet en dat maakt het voor ons niet makkelijker om Nederlandse talenten te binden. Die jongens zitten al in het project van Jumbo-Visma en we vissen met z’n allen in dezelfde kleine vijver."

Casper van Uden

"Neemt niet weg dat wij een aantal grote Nederlandse talenten in de opleidingsploeg hebben. Casper van Uden werd vierde in de Scheldeprijs en heeft halverwege het seizoen de stap naar de profploeg gezet. Hij heeft laten zien een afmaker te zijn. Fysiek gezien had hij vorig jaar al prof kunnen worden, maar we kijken goed naar het ideale moment om over te stappen. We dachten dat het beter was dat hij bij de beloften voor de winst zou gaan rijden en daarvan te leren."

"Verder ontwikkelt Enzo Leijnse zich goed. Fysiek doet hij weinig onder voor Casper, maar hij is iemand die minder makkelijk uitslagen rijdt. Hij zit niet ver van het profniveau en daarnaast hebben we een aantal jonge jongens met talent. Voor hen worden komende jaren cruciaal, maar fysiek zijn ze tot veel in staat. Iemand als Pepijn Reinderink (die volgend jaar voor de opleidingsploeg van Quick-Step uitkomt, red.) is al mee geweest naar de Tour of the Alps."

Continentale ploegen

"Ook bij continentale ploegen als VolkerWessels en Metec rijden talentvolle jongens. We moeten blijven benadrukken hoe belangrijk die ploegen zijn. Jongens die er bij Jumbo-Visma of ons tussendoor glippen, kunnen zich daar laten zien. Max Kroonen van VolkerWessels werd nationaal kampioen bij de beloften, terwijl ook die twee Van Sintmaartensdijk-jongens goed zijn. Vorig jaar stroomde Sjoerd Bax via Metec op latere leeftijd door naar de profs. Dat zijn jongens die er tegenaan hikken en pas later rijp zijn om prof te worden. Daarom is het zo belangrijk ons niet blind te staren op de talenten van CyclingClassNL. Dat is namelijk niet de enige weg naar een profcontract."

"Het grootste gevaar voor de wielersport in Nederland is echter het gebrek aan koersen. Toen ik jeugdrenner was, kon je iedere week een wedstrijd rijden in Limburg of Brabant. Nu hoor ik dat nieuwelingen en junioren heel het land door moeten. Het gevaar is dat de sport minder gaat leven. We zullen goede beroepsrenners houden, maar we moeten ons nu vooral druk maken om de jeugd onder de junioren. Als we verzekerd willen blijven van succes op langere termijn, moeten we goed naar die categorieën kijken. Ervoor zorgen dat erin geïnvesteerd wordt en het daardoor aantrekkelijk is om te gaan wielrennen. Dan is het dus belangrijk dat er genoeg koersen zijn, want koersen is uiteindelijk het leukste om te doen."

Magazine
  • Photo: Luis Angel Gomez/SCA/Cor Vos © 2022