Bruyneel geniet van Pogacar, maar stelt ook vragen: 'Op lange termijn is iedereen zo afmaken niet de beste tactiek'

Pogacar won de Jaén Paraiso Interior na een lange solo en ook in de Ruta del Sol stond er geen maat op de Sloveen. Hij won er drie etappes en schreef het eindklassement op zijn naam. De grootste koersen wachten echter nog. Te beginnen met Strade Bianche en vervolgens Parijs-Nice, de Ronde van Vlaanderen, Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik.

Johan Bruyneel vraagt zich in The Move dan ook af of het wel zo handig is dat Pogacar nu al in bloedvorm is. "Het is superleuk om te zien, maar ik vraag me af waarom. Op lange termijn is iedereen zo afmaken niet de beste tactiek. Politiek wil je enkele ploegen en renners te vriend houden en ook op fysiek vlak is dat beter. Nu rijden zijn ploegmaats zich kapot, zodat Pogacar kan winnen. Daar moeten sommigen van hen nu twee weken van herstellen."

Ploegleiding

Het is een totaal andere manier dan de aanpak van Jumbo-Visma, dat in de beginweken van het seizoen amper heeft gekoerst. "Je hebt met Pogacar een renner die al meteen goed wil zijn en dan gas terugneemt om vervolgens in juli weer top te zijn. Ook zijn de zeges in februari niets waard. Juli is wat telt."

Er ligt ook een belangrijke rol voor de ploegleiding, stelt Bruyneel. "Het is leuk dat je zo'n enthousiaste renner hebt, maar dat moet volgens mij in de volgwagen getemperd worden. Daar moet het berekenend en koud zijn. Zoals ik het nu zie is ook daar heel wat passie en dat versterkt nog eens de drang bij Pogacar om zich te tonen."