Het leven van Marco Pantani kende enkele grote hoogtepunten, sportieve dieptepunten en dopingschandalen. Hij droomde ervan een nieuwe Fausto Coppi te worden, maar dat lukte de 34 slechts 34 jaar geworden Italiaanse loodgieterszoon niet. Hoe kwam dat? Wie was Pantani? En waarom leeft ’het olifantje’ voort bij de Tifosi?
Marco Pantani werd op 13 januari 1970 geboren in Cesena, een stadje vlakbij de Adriatische Zee. Belangrijkste bronnen van inkomsten: produkten uit de voedingsmiddelenindustrie en de landbouw. De naam van zijn vader, loodgieter van beroep, luidt Ferdinando, die van zijn moeder Tonina. Hij heeft één zus, Manola. Zijn bijnamen: Il Elefantino en Il Pirata.
De vriendschap met Mario Pugliese en Matteo Panzavolta hebben Pantani in zijn jeugdjaren in belangrijke mate gevormd. De drie P’s. Ze waren elke dag samen en hyperactief. Ze werden vaak bij het schoolhoofd op het matje geroepen als ze iets hadden uitgespookt. ”Marco was slim genoeg om het te redden zonder dat hij daar iets voor hoefde te doen,” vermeldt de door Matt Rendell geschreven biografie over Pantani. ”Hij schreef ons huiswerk over, wat hij heel snel kon.
Hij wist zich erdoor heen te slaan – typisch Italiaans. We waren dertien jaar oud, vol hormonen, en soms gingen we te ver met de meisjes in onze klas. Als een meisje een minirokje droeg, zorgden we ervoor dat dat omhoog werd getrokken. Niets om je druk over te maken.”
Kaal
Als 13-jarige was Marco, op de agrarische school, best aantrekkelijk. Twee jaar later begon hij kaal te worden, een probleen waarmee hij worstelde. Want in Italië zijn uiterlijk, stijl en mode erg belangrijk. Met allerlei hoofdhuidbehandelingen en haargroeimiddelen probeerde introverte Marco zijn haargroei terug te krijgen. Helaas, zonder resultaat.
Van de ene op de andere dag stortte hij zich op een nieuwe hobby. Urenlang fietste hij in de bergen. Daar, in de Italiaanse cols, moet zijn wielercarriere zijn begonnen. Hij vroeg een licentie aan en won een aantal wedstrijden. Ook leerde hij tegenslag kennen. Zo liep hij een sleutelbeenbreuk op bij een botsing met een vrachtwagen. Verder een gebroken neus en een litteken erop.
Bij bij een ander koersje liep hij, als gevolg van een val van zijn fiets, opnieuw een sleutelbeenbreuk en een hoofdwond op. Pantani’s moeder Tonina: ”Het was een regelrecht rampjaar, 1985. De ernstige val van Marco. De gezondheidsproblemen van Manola. En de dood van mijn vader, de opa van Marco.”
In 1989, op zijn negentiende, stapte Marco Pantani over naar de amateurs. Daar reed hij tegen sterke Oost-Europeanen. Het lukte hem overeind te blijven. Profploegleiders keken hun ogen uit en de Italiaanse pers schreef hem de hemel in. Dat liet Pantani niet onberoerd. Maar pas in 1992 tekende hij zijn eerste profcontract, bij Carrera, een jeansfabrikant. Een hele sterke ploeg, waartoe onder anderen Abdoezjaparov, Bontempi, Stephen Roche, Tafi, Visentini en de gebroeders Zberg behoorden.
Lees verder over zijn topjaar 1998 en zijn overlijden vol complottheorieën door op volgende te klikken
Topjaar 1998
In 1993 debuteerde hij in de Giro, maar dat bleek nog veel te hoog gegrepen. Hij moest zelfs afstappen. Het seizoen 1994 gaf een ander beeld. Pantani pakte in de Giro twee etappes en werd tweede in het eindklassement, achter Berzin en voor Indurain. Het jaar erop laat hij de Giro links liggen, wordt dertiende in de Tour de France en geeft op in de Ronde van Spanje.
Pantani: ”Ik had geen zin in de Vuelta. Ik leef voor de Giro en de Tour. Omdat ik in de klassieker Milaan-Turijn, aan het einde van het seizoen ervoor, zwaar ten val kwam, kon ik in 1996 niet koersen. Maar ik wilde in 1997 flink revanche nemen.” Dat deed hij. En hoe! Twee etappezeges in de Tour, derde in het eindklassement. Achtste in Luik-Bastenaken-Luik en vijfde in de Waalse Pijl waren goede resultaten, hoewel hij in de Giro moest afstappen.
Zijn topjaar zou 1998 worden. Eerste in de Giro, eerste in de Tour de France. Een nieuwe wereldvedette bleek te zijn opgestaan. Een krachtpatser, ongenaakbaar in de cols. ”Als de tijd me gegeven wordt, hoop ik de nieuwe Coppi te worden, iemand die ik nu alleen maar uit de verhalen ken. Ik bewonderde Fausto mateloos,” liet hij in La Gazzetta dello Sport optekenen.
En Gino Bartali dan? ”Ook een geweldige renner, maar minder inspirerend. Ondanks dat hij iemand is met een iets mooiere erelijst.” De Giro van 1999, met start in Agrigento, op Sicilië. Na een kleine week nam Jalabert de leiderstrui over van onze landgenoot Jeroen Blijlevens en die verloor hem op zijn beurt aan Marco Pantani.
Blijlevens, die de etappe naar Catania en de etappe naar Lanciano op zijn naam schreef, verduidelijkt: ”Ik bewaar uitstekende herinneringen aan Pantani. Een aimabele man, veel te goed voor de harde wereld. Hij is het slachtoffer geworden van zijn goedheid. Wat dat betreft valt hij te vergelijken met onze Johan van der Velde. Johan vertrouwde iedereen. Frank Vandenbroucke was een ander figuur. Hij was in verkeerde handen beland, als je begrijpt wat ik bedoel. Ik heb het van nabij gezien, want ik heb een seizoen samen met hem bij Domo-Farm Frites gekoerst.”
Pantani controleerde de wedstrijd en waande zich, twee dagen voor de slotrit, onoverwinnelijk. Maar hij vergiste zich. Rond middernacht viel een groepje dopingcontroleurs het hotel binnen. Marco had geen angst, hij vroeg of hij eerst zijn bordje spaghetti mocht leegeten. Dat mocht.
De uitslag van de dopingcontrole overrompelde hem. Hij bleek positief te zijn, omdat een bloedtest uitwees dat hij een hematocriet gehalte van meer dan 50 procent had, Een geweldige klap in het gezicht voor het boegbeeld van Mercatone Uno. In Milaan stond niet hij, maar Ivan Gotti op de hoogste trede van het erepodium. Tweede eindigde Paolo Savoldelli, derde Gilberto Simoni. Ivan Gotti verklaarde later in La Gazzetta dello Sport: ”Sneu voor Pantani. Ik denk dat hij uiteindelijk de immense druk niet kon weerstaan en daarom zijn toevlucht zocht in doping.”
Pantani startte nog vier keer in de Ronde van Italië Italie, Maar de glans was ervan af. In 2000 werd hij 28ste, in 2003 14e en in 2001 en 2002 gaf hij op. Etappezeges zaten er niet meer in. ”Ik voelde me ellendig. Had het gevoel door een stoel gezakt te zijn,” aldus Pantani.
”Ik werd ongekend depressief. Alleen mijn ouders en mijn zus Manola steunden me onvoorwaardelijk. Ook zij konden me niet helpen,” aldus Pantani twee maanden voor zijn dood. Hij beweert een schoon geweten te hebben. ”Om te winnen, heb ik geen apotheek nodig, maar bergen.” Na 1999 startte hij alleen nog in 2000 in de Tour, waarin hij twee etappes won. De Vuelta wist hij, in 2001 niet uit te rijden.
Dood
Het einde kwam op 14 februari 2004 toen men hem dood aantrof in kamer 505 van Le Rose Suite Hotel in Rimini. De Italiaanse wielerheld zou zijn gestorven aan een overdosis cocaine. "Zelfmoord", luidde het oordeel van specialisten, te weten artsen en rechercheurs.
Zijn moeder Tonina geloofde niet in zelfmoord. Volgens haar waren twee mannen, met wie Pantani gebrouilleerd was, de hotelkamer binnen gelopen en dwongen haar zoon een grote hoeveelheid coke vermengd met water te drinken. Ze kaartte haar bevindingen, gebaseerd op de informatie van twee door haar ingehuurde privé detectives, aan bij de kopstukken van de UCI.
Er volgden een aantal onderzoeken, maar zonder resultaat. Wat er gebeurde in hotelkamer 505 blijft een mysterie dat ”het olifantje” meenam in zijn graf. Schrale troost voor zijn familie is dat een heleboel miljoenen wielerfans hem nog altijd aanbidden.
- photo Cor Vos © 2020