Wout van Aert: 'Van der Poel, Pogacar en Evenepoel zijn misschien iets getalenteerder in lange eendagskoersen'

Wout van Aert trekt enkele conclusies na een wisselvallig seizoen waarin hij meer dan eens zijn meerdere moest erkennen in zijn rivalen.

Tour de France 2023 - stage 14

2023 was voor Wout van Aert het seizoen van net niet. Hij strandde vaak op een knappe ereplaats (3e in Roubaix, 4e in de Ronde, zilver op WK...), maar tot dusver staat zijn zegeteller op slechts vier overwinningen. Een monument of Touretappe winnen zat er dit jaar niet in.

En zo heeft Van Aert nog steeds geen Ronde van Vlaanderen en/of Parijs-Roubaix aan zijn palmares kunnen toevoegen. Twee klassiekers die nochtans op zijn lijf geschreven zijn. Aan zijn team Jumbo-Visma zal het ook niet liggen. In het rondewerk wisten ze dit seizoen bovendien wél te scoren. Waarom lukt het Van Aert keer op keer niet?

"Ik heb er zelf ook al zitten over nadenken", zegt Van Aert in een openhartig interview met Het Nieuwsblad. "Misschien praten we heel anders over dit onderwerp als ik in Roubaix niet plat rijd. We waren er telkens dichtbij en met een tikkeltje meer geluk en iets andere omstandigheden winnen we er misschien één of twee."

Hij trekt echter ook zijn conclusies. "Het klopt dat we in de monumenten vaak op iemand botsen die net sterker is. Op Mathieu van der Poel of Tadej Pogacar. Of op Remco Evnepeol in Luik. Misschien zijn die mannen een tikkeltje getalenteerder in die extreem lange eendagswedstrijden."

Photo: Dion Kerckhoffs/Cor Vos © 2023

Zuiniger koersen

Een mogelijke verklaring: Van Aert koerst te gretig. In de Tour rijdt hij zich bijvoorbeeld steevast drie weken leeg in dienst van zijn kopmannen. "Dat is zeker iets om naar te kijken. Als ik goeie benen heb, ben ik vaak gretig en maak ik ook mee koers."

Van Aert ziet in zuiniger rijden echter ook een gevaar. "Dit is niet het tijdperk waarin volgen een garantie is op succes. Degene die wint is vaak degene die de koers durft openbreken. Als er een schifting plaatsvindt, moet ik wel zuiniger durven rijden.”

Photo: Dion Kerckhoffs/Cor Vos © 2023

Grote rivaal Mathieu van der Poel spaarde in de Ronde van Frankrijk wél zijn krachten. Het leverde hem twee weken later de regenboogtrui op. "Dat kan zeker iets zijn waar we naar moeten kijken. Maar het gaat wel over de Tour, de grootste wedstrijd van het jaar. Ik denk niet dat je die louter als voorbereiding kan rijden."

"Ik zou het ook niet willen. Dat is niet wie ik ben. Als ik een rugnummer opspeld, geef ik waar voor mijn geld. Dat zit gewoon in mij, het is sterker dan mezelf."

Dominantie Jumbo-Visma

Wat van Aert niet kon in het klassieke voorjaar, deden Primoz Roglic, Jonas Vingegaard en Sepp Kuss wel in het grote rondewerk. Jumbo-Visma slaagde er als allereerste ploeg ooit in om de Giro, Tour én Vuelta in één seizoen te winnen. Automatisch roept die suprematie bij veel mensen vragen op.

Van Aert begrijpt die kritische blik. "Maar ik heb het moeilijk met de één op één logica: die rijden wel heel snel, dus we stellen de prestaties in vraag. Ik snap dat het een gespreksonderwerp is, maar vragen moeten wel een beetje onderbouwd zijn. Dat heeft natuurlijk te maken met de geschiedenis van de sport, maar als we elke straffe prestatie per definitie in vraag stellen, blijven we de koers tekortdoen."

Nathan Van Hooydonck

Ook op mentaal vlak had Van Aert het dit seizoen een paar keer moeilijk. Na het overlijden van Gino Mäder had hij nood aan een paar 'fysieke en mentale rustdagen'. Tien dagen geleden werd zijn ploegmakker en vriend Nathan Van Hooydonck dan weer getroffen door een hartaanval.

Photo Peter Goding/SCA/Cor Vos ©2023

Van Hooydonck moest noodgedwongen zijn wielercarrière beëindigen en zal das nooit meer aan de zijde van Van Aert fietsen. "Ik was volledig van slag toen ik het nieuws hoorde. Vorige week was een heel moeilijke week. Het is zo onrechtvaardig. Hij en zijn vrouw hebben al iets te vaak tegenslagen moeten verwerken."

"Nathan is een heel lieve gast. Dat zie je alleen al aan de manier waarop hij koerst. Hij denkt vaker aan een ander dan aan zichzelf. Hij is ook op-en-top prof, wat automatisch voor een klik zorgt met de mensen die op dezelfde manier in het vak staan. Nathan doet er nog veel meer voor dan ik.”

“Ja, maar die twee kan je niet vergelijken. Gino Mäder kende ik niet persoonlijk en zijn ongeval betrok ik heel erg op het wielrenner zijn. Die afdaling waarin het gebeurde had ik ook net gedaan… Dan sta je wel stil bij het feit: dit had mij ook kunnen overkomen. Bij Nathan speelt dat niet. Hij is onwel geworden in de auto, niet op een moment van grote inspanning. De context is anders dan bij Gino en daarom komt het ook anders binnen. Bij Nathan speelt vooral het persoonlijke: hij is iemand met wie ik intens samenleef, wiens familie ik ken. We hadden net een hele week samengezeten in de Tour of Britain.”

“Nathan is een heel lieve gast. Dat zie je alleen al aan de manier waarop hij koerst. Hij denkt vaker aan een ander dan aan zichzelf. Hij is ook op-en-top prof, wat automatisch voor een klik zorgt met de mensen die op dezelfde manier in het vak staan. Jonas en misschien ook ikzelf. Al moet ik zeggen: Nathan doet er nog veel meer voor dan ik.”

“We zijn vaste kamergenoten, normaal gezien ook binnen de federatie. Ik lig nu met Yves (Lampaert, red.) op de kamer omdat we allebei vroeger zijn gekomen voor de tijdrit, maar normaal zou dat ook Nathan zijn. Het klikt gewoon heel goed. Alleen zijn passie voor golf deel ik niet. Nathan kan op bed een hele dag op zijn iPad naar golf kijken. Ik niet.” (lacht)

“En dat kan zeker iets zijn waar we naar moeten kijken. Maar dan denk ik ook meteen: we praten wel over de Tour, de grootste wedstrijd van het jaar. Ik denk niet dat je het kan maken om die louter als voorbereiding te rijden. Zelf zou ik dat ook niet willen. Uiteindelijk rijd ik ook niet zo heel veel koersen op een jaar. Als je tachtig, negentig wedstrijden doet, kan je links en rechts meedoen om te trainen, maar dat is niet wie ik ben. Als ik een rugnummer aandoe, geef ik waar voor mijn geld.”

“Die koersen zouden zonder twijfel veel toevoegen aan mijn carrière. Maar dat wil niet zeggen dat het niet goed genoeg is als ik ze niet win. Ik spreek voor het seizoen uit dat ik die koersen wil winnen en veel mensen trekken daar de conclusie uit: als het niet lukt, is het ook meteen mislukt. Dat is niet het uitgangspunt waarmee ik de rest van mijn carrière wil koersen.”

“Daaruit kan je wel uit afleiden dat ik een beetje klaar was met die kritiek, dat het binnen in mij wat aan het broeden was. Ik schrok er zelf van dat het er zo uitkwam.”

Nieuws
  • Photo: Vincent Kalut/PN/Cor Vos © 202c