De cross begint en de oversteek naar Amerika is wéér kritiekpunt: 'Het is gekkenwerk'

In gesprek met Sporza vertelt Jurgen Mettepenningen - de manager van Pauwels Sauzen-Bingoal - over de impact van de reis. "We maken de oversteek puur sportief. De Wereldbeker is het meest prestigieuze klassement in het veldrijden en daarom een doel voor onze ploeg, maar het blijft wel gekkenwerk. Voor een wedstrijd van een uur reizen we helemaal naar de Verenigde Staten af. Vrijdag vertrekken we, maandag komen we terug."

Rationeel gezien zou hij niet zijn gegaan met de ploeg, vertelt Mettepenningen. "We gaan met z'n achten naar Waterloo. Vier renners en vier personeelsleden. Dat kost ons tussen de 20.000 en 25.000 euro voor drie à vier dagen. We hadden er één kunnen laten vallen, maar als een van de grootste crossteams zijn we het bijna verplicht om er te crossen."

Mettepenningen hoopt dat er snel weer twee crossen in de Verenigde Staten op de kalender komen, zoals in het verleden het geval was. "Dan heeft het weer zin om naar de Verenigde Staten te vliegen. Nu hebben we lang getwijfeld en zijn we uiteindelijk overstag gegaan voor het sportieve aspect." Namens Pauwels Sauzen-Bingoal rijden Leonie Bentveld, Ryan Kamp, Eli Iserbyt en Michael Vanthourenhout in Waterloo.

Laten vallen

Ook de immer uitgesproken Eli Iserbyt noemt één cross in de Verenigde Staten te weinig. "Het was het ideale moment om daar wat meer te rijden. Als je de verplaatsing maakt, wil je dat de return groter is. Nu is het fysiek en financieel moeilijk. Maar de Wereldbeker staat hoog aangeschreven bij ons en we willen ervoor gaan. Maar ja, ik heb er zeker over nagedacht om deze cross te laten vallen."