Jonas Vingegaard, Primoz Roglic, Wout van Aert, Mathieu van der Poel, Tadej Pogacar en Remco Evenepoel: ze staan momenteel bekend als de grote zes in het peloton. Ze maken de dienst uit in de grote koersen en winnen, oké Van Aert had wat dat betreft een iets minder jaar, aan de lopende band grote koersen.
Matej Mohoric, die zelf toch ook een behoorlijk erelijst heeft, vertelt in Bahamontes hoe er in het peloton gekeken wordt naar de grootste renners van het moment. "Ik voel me geen uitzonderlijk renner en behoor niet tot de aliens: Pogacar, Van Aert, Evenepoel, Van der Poel. Zo noemen wij hen in het peloton: de aliens. Ik ben meestal een van de eersten van de sterfelijken, maar zet mij op de rollen en mijn testen zijn niet zo goed."
Mentale kracht
Eerder dit jaar won de Sloveen een rit in de Tour de France, maar wat vooral beklijfde was zijn interview na afloop, waarin hij het bestaan van een wielrenner analyseerde. Een bestaan dat niet altijd over rozen gaat. Een paar maanden later gaf hij nog een interessant inkijkje in het hoofd van een wielerprof.
"Er zit een groot verschil tussen hoe je naar jezelf kijkt - ik zie vooral mijn mislukkingen - en hoe de buitenwereld je ziet. Concurrenten zien vooral je successen. Dat Imposter Syndroom is veel renners eigen, tot wel 40 procent, denk ik. Ze weten soms niet hoe goed ze zelf zijn."
"De discrepantie tussen je eigen blik en die van de ander buit ik uit om te winnen. Als ik helemaal op de limiet zit, op het randje van lossen, dan denken veel concurrenten dat ik zo'n onhoudbaar tempo wel lang zal kunnen volhouden. Dat is niet zo. Op het einde van een zware wedstrijd geeft mentale kracht de doorslag."
- Photo: Luis Angel Gomez/SCA/Cor Vos © 2023