De Olympische Spelen in Parijs en het gisteren gepresenteerde atypische parkoers van de Tour de France - dat daar enigszins mee samenhangt - zorgen ervoor dat de sprinters niet hun traditionele sprintetappe op de laatste dag hebben.
Frappant
Doordat in Parijs de logistieke voorbereidingen op de Spelen al in volle gang zijn, is er eind juli geen ruimte voor de Tour op de Champs-Elysees. De ASO week uit naar Nice en rond Nice is het allesbehalve vlak.
Dat zorgt ervoor dat de laatste vier ritten in lijn allemaal gekwalificeerd zijn als heuvel- of bergrit - en op de slotdag wacht er een heuvelachtige tijdrit. Het viel Jasper Philipsen ook op toen hij het parkoers bekeek.
"Dat is wel frappant, natuurlijk. Ik denk dat de laatste kans voor de sprinters rit zestien zal zijn. Dus is het nog maar de vraag of je moet doorrijden tot in Nice. Want het einde is heel zwaar", zegt hij tegen Het Nieuwsblad.
Erezaak
Nu is het einde van de Tour halen ook een soort erezaak, maar er zullen ook genoeg sterke sprinters zijn (denk bijvoorbeeld ook aan Mads Pedersen) die hun zinnen hebben gezet op de olympische wegrit. De strijd om het groen kon daarom weleens een bijzondere worden.
"Vanaf rit zestien zal bekeken moeten worden hoe je ervoor staat in het puntenklassement. Als je heel ver achter staat of geen perspectief meer hebt voor de groene trui, rijst de vraag of je dan wel moet doorgaan. Er zijn nog andere doelen na de Tour, zoals de Olympische Spelen of andere dingen die nog resten", zegt Philipsen daarover.
Rit zestien is een etappe na de tweede rustdag, van Gruissan naar Nimes, over 187 kilometer. Overigens is ook etappe achttien van Gap naar Barcelonette niet loodzwaar, maar zitten er wel enkele klimmen in, dus voor de pure sprinters allicht wel te zwaar.
- Photo: Tommaso Pelagalli/SCA/Cor Vos © 2023